Uit: De Gelderlander, door Suzanne Huibers 10 februari 2020
De gemeenteraad van Ede wil alle feiten over de biomassacentrales boven tafel krijgen en wil daarom alle belanghebbenden uitnodigen voor een gesprek. Naast Vollenbroek zijn dat medewerkers van Het Warmtebedrijf (eigenaar van de biomassacentrales) en vertegenwoordigers van de Omgevingsdienst De Vallei.
Leefkwaliteit van Edenaren
,,We mogen geen oogje dicht knijpen als het gaat om de leefkwaliteit van Edenaren’’, zegt D66-raadslid Sander Nijenhuis. ,,Luchtkwaliteit moet topprioriteit zijn. We moeten alles uit de kast halen om de hoeveelheid fijnstof te laten dalen.’’
De hoeveelheid fijnstof in de lucht bij Ede is al hoog, blijkt uit gegevens van het RIVM. Het gemeentebestuur wijst als oorzaak daarvoor de aanwezigheid van snelwegen, industrie en de landbouw aan. Nijenhuis wil ook weten in hoeverre de uitstoot van de biomassacentrales bijdragen aan de slechte luchtkwaliteit van Ede.
Hetze tegen biomassa
,,We zien dat er in Nederland een hetze tegen biomassa ontstaat”, zegt Gerrit Flier van de SGP. ,,Soms is dat terecht, soms niet. Wij waren lang blij met ons groene warmtebedrijf.” Maar liefst 18.500 woningen en bedrijven worden verwarmd door het verbranden van biomassa.
Dat moeten er op korte termijn 20.000 woningen worden, inclusief het gemeentehuis. Maar inmiddels weten de Edese politici niet meer of ze daar nu trots op moeten zijn of juist niet.
Onderste steen boven
Als het aan Ruben van Druiten van Burgerbelangen ligt, komt de onderste steen boven als het gaat om biomassacentrales. Daarom vroeg hij vorige week ook een debat aan in de gemeenteraad. ,,Wanneer gaat het college eens meten wat de daadwerkelijke uitstoot is van de centrales?’’, vraagt Van Druiten.
Burgemeester René Verhulst zegt dat het laatste woord over biomassa nog niet is gesproken. Hij belooft snel een bijeenkomst met alle belanghebbenden te beleggen.
Hoe zit het nu?
Voldoen de biomassacentrales in Ede nu wel of niet aan de regels? Dat is afhankelijk van welke norm je hanteert voor de maximale uitstoot. Dat heeft er alles mee te maken dat er een verschil is in normen tussen een kleine en grote installatie. De grens tussen klein en groot ligt bij 5 MegaWatt. Een kleine centrale mag vier keer zo veel stof uitstoten als een grote centrale, namelijk 20 milligram per kubieke meter tegen 5 milligram.
De centrales aan de Dwarsweg en Geerweg bestaan beide uit twee ketels. Die worden elk als een aparte biomassacentrale gezien. Zo blijven ze onder de 5 MegaWatt. Zou je het vermogen van beide ketels bij elkaar optellen, dan is er sprake van een grote centrale en gelden er dus strengere normen.
Milieuactivist Johan Vollenbroek stelt dat je de twee ketels als een grote centrale moet zien, de gemeente Ede ziet ze als twee kleine. De gemeente stelt ook dat er geen fijnstof wordt gemeten, wel totaalstof. Dat wil zeggen alle deeltjes, ongeacht de grootte. Er zou uit de cijfers niet te destilleren zijn welk deel daarvan fijnstof is. Volgens Vollenbroek bestaat totaalstof bijna volledig uit fijnstof. Hij concludeert daarom dat de biomassacentrales in Ede te veel fijnstof uitstoten.