Houtstook is een ramp, want bomen groeien erg traag

Uit Trouw: 28 augustus 2020, door Matthé van Hout

Stop onmiddelijk met houtstook. De voorstanders zien over het hoofd dat het dertig tot vijftig jaar duurt voordat bos hergroeid is, schrijft Matthé van Hout, gepensioneerd medewerker bosbouw bij Landbouw, Natuur en Visserij.

Alweer is de discussie over energie-opwekking door het verbranden van hout opgelaaid. De reden is dat de Ser de regering ­begin deze zomer geadviseerd heeft te stoppen met het subsidiëren van houtstook. Alle bedrijven die belang hebben bij de instandhouding van houtstook komen nu in het geweer. Veel halve en hele waarheden worden geponeerd. Dat houtstook aanzienlijk meer CO2 aan de atmosfeer toevoegt dan gas, wordt verzwegen.

Als gas wordt vervangen door hout komt er per opgewekte warmte-­eenheid bijna twee keer ­zoveel CO2 in de atmosfeer. Hierover zijn de voor- en tegenstanders van houtstook het eens. Maar de voorstanders betogen dat deze uitstoot binnen de kortste keren is gecompenseerd, doordat CO2 weer is vastgelegd door hergroei van bos. De termijn waarop dit gebeurt, noemen die voorstanders niet. Dat is voor populieren minimaal dertig jaar en voor eiken rond de tachtig jaar.

Zo zit er door houtstook minimaal dertig jaar lang meer CO2 in de atmosfeer dan bij gas. Men noemt dit de CO2-schuld. Pas na dertig jaar wordt die afbetaald. Dat is te laat. De komende tien tot vijftien jaar worden cruciaal voor het terugdringen van het CO2-gehalte. Als dit juist zou toenemen, dreigen grote gevolgen.

Permafrost zal sneller smelten

Zo zal de temperatuur sneller stijgen, met als gevolg dat de permafrost in Siberië en Noord-Canada sneller smelt. Daardoor komt ook ­­­­extra CO2 vrij, door oxydatie van plantenresten die al duizenden jaren in de vrieskist zaten. Het ijs van de noordelijke IJszee smelt sneller. Hierdoor neemt de terugkaatsing van de zonnestralen af, absorbeert het zeewater de zonne-energie en neemt de opwarming van het zeewater en het smeltproces hand over hand toe.

Daarnaast speelt mee dat de oceanen CO2 kunnen opnemen en voor honderden jaren kunnen vastleggen. Door de stijgende concentraties CO2 in de atmosfeer treedt er lichte verzuring op van de bovenste waterlagen en neemt het opnamevermogen af. Deze motor hapert nu al en zal bij toenemende CO2 in de atmosfeer mogelijk zelfs stilvallen.

Voorstanders van houtstook vinden dat meer CO2 van fossiele brandstof in de atmosfeer funest is. Dit is echter tijdelijk, totdat voldoende echte klimaatneutrale energie wordt opgewekt. Het vermogen van de oceanen en oerbossen om CO2 op te nemen is nog redelijk intact. Deze regulerende systemen maken geen onderscheid in de bron van de CO2. Wel moeten beide systemen intact blijven. Met houtstook komen ze onder druk te staan door tweemaal zo veel CO2-uitstoot dan gas.

Bosaanplant lost de CO2-schuld niet op

Voorstanders van houtstook bepleiten ook grootschalige bosaanplant om de vastlegging van CO2 te bevorderen. Een prima oplossing op een langere termijn dan twintig jaar. Maar het lost de CO2-schuld niet op. Voordat de CO2 van de afstervende oorspronkelijke vegetatie is vervangen door de vastgelegde CO2 van het bos, is zeker twintig jaar verstreken. Als dit nieuwe bos wordt gekapt en gebruikt voor brandstof, raken wij zeker een halve eeuw achterop.

Voorstanders van houtstook nemen de oerbossen in productie. Dit gebeurt al op grote schaal in de onmetelijke berkenbossen in de Baltische staten en het oerbos in Polen. Maar ook hier wordt de schuld gedurende de eerste dertig jaar verzwegen. Op het moment dat men oerbos in exploitatie neemt, maakt men 100 procent van de eeuwenlang vastgelegde CO2 vluchtig. Kunnen wij de Brazilianen recht in de ogen kijken met onze kritiek op hun exploitatie van de regenwouden?

De CO2-schuld door het kappen van bos en de terugloop van het regulerend vermogen van de oceanen zullen door houtstook worden versterkt. Een rampzalig toekomstbeeld tekent zich af.

Als de overheid het Ser-advies in de wind slaat, subsidieert zij deze ramp.

Alle rekentrucs met CO2 vertroebelen de blik op het klimaatprobleem.

Uit Trouw, 7 april 2020.

 

Is CO2 altijd CO2? Het stellen van de vraag klinkt wellicht een beetje vreemd. Natuurlijk, kooldioxide is kooldioxide. Een tafel is toch ook geen stoel? Toch is de vraag terecht nu uit onderzoek van CE Delft is gebleken dat afvalverwerkers de helft van hun CO2-uitstoot buiten de boeken houden.

De regels zijn duidelijk. CO2, kooldioxide, is een schadelijk broeikasgas. In 2015 maakte de wereld daarover afspraken, met als doel de CO2-uitstoot sterk te verminderen om een klimaatcrisis te voorkomen. Wereldwijd wordt dus ingezet op duurzame energievormen, ter vervanging van olie, gas en kolen die bij verbranding grote bronnen van CO2 zijn. Wind- en zonne-energie bijvoorbeeld.

Maar er is ook ‘groene energie’ waarvan de opwekking wél bijdraagt aan extra CO2-uitstoot. Energie, geleverd door biomassacentrales of van kolencentrales die hout bijstoken bijvoorbeeld. Of energie die vrijkomt bij afvalverwerkers die organisch afval als groen- en plantenresten, maar ook modder en hout vergisten, vergassen of verbranden. Biogene CO2, zoals CE Delft dat noemt.

Op papier gaat het hier om ‘klimaatneutrale energie’, want al deze grondstoffen zijn van plantaardige, natuurlijke origine. De redenering daarbij is dat planten en bomen na verloop van tijd gewoon terug groeien en de nodige CO2 weer uit de atmosfeer opnemen, want kool­dioxide is onmisbaar voor hun groei.

Alle rekentrucs met CO2 vertroebelen de blik op het klimaatprobleem

Terecht stellen steeds meer mensen kritische vragen bij deze praktijk. Het tempo waarin biogene CO2 de atmosfeer in wordt geblazen is al snel hoger dan planten en bomen in hun groei kunnen bijhouden, is de kern van hun redenering. Jaar in jaar uit gaat het om enorme hoeveelheden CO2. Alleen de Nederlandse vuilverwerkers bijvoorbeeld brengen zo, volkomen legaal, net zo veel CO2 de atmosfeer in als een middelgrote kolencentrale aan kooldioxide uitstoot.

Alle rekentrucs met CO2 vertroebelen de blik op het klimaatprobleem. Daarbij dringt zich een parallel op met het stikstofdossier waarmee het kabinet al maandenlang worstelt. Destijds, vóór de invoering van de Pas-regeling, klonken kritische geluiden over deze stikstofaanpak. Door die regeling werd meer economische groei en meer stikstofuitstoot toegestaan. Economische expansie, op de pof. Om politieke redenen vonden deze geluiden geen gehoor, met alle ellende van dien.

Bij de uitstoot van CO2 is de inzet nog groter: het ­klimaat en het voortbestaan van de aarde. Een serieus politiek debat over bio-energie is daarom geboden. Het kan een begin zijn van een nieuwe aanpak, waarmee Nederland ook internationaal een voortrekkersrol kan spelen.

De mening van de krant, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.