DEN HAAG – De toenemende vraag naar biomassa in Nederland draagt bij aan rampzalige kaalkap van bossen in Estland en Letland. Daarvoor waarschuwen Baltische natuurorganisaties in een nieuw alarmerend rapport dat vandaag in meerdere landen verschijnt.
Het Estonian Fund for Nature en de Latvian Ornithological Society beschrijven in hun rapport de vernietiging van reusachtige groengebieden. In de twee landen wordt jaarlijks, zo stellen de opstellers, een volwassen bos ter grootte van de gemeente Amsterdam gekortwiekt. Nederland is samen met Groot-Brittannië en Denemarken de grootste afnemer.
Klimaatdoelen
Door het kleine oppervlakte van Nederland zit het kabinet al jaren met het halen van huidige en toekomstige Europese energie- en klimaatdoelen. Om de energietransitie snel te ‘vergroenen’ heeft het huidige en vorige kabinet miljarden gestoken in biomassa. Nederland produceert zelf te weinig om te verbranden, daarom importeert ons land grote hoeveelheden hout uit onder andere Noord-Amerika en de Oostzeelanden.
Een deel van dat hout is afkomstig uit Estland en Letland. „Mensen die in Nederland wonen, dragen door middel van hun belastingen of groene heffingen op energierekeningen dus onbewust bij aan houtkap in de Baltische staten”, schrijven de onderzoekers.
Ze stellen dat er ‘duidelijk bewijs’ is dat de houtkap ‘in ieder geval gedeeltelijk’ wordt aangejaagd door een grotere vraag naar biomassa voor warmte en elektriciteit. De onderzoekers vrezen voor dramatische gevolgen voor duizenden soorten unieke flora en fauna.
De bosbouw is voor bedrijven behoorlijk lucratief. In tegenstelling tot Nederland zijn veel gebieden met woudreuzen niet beschermd. In de communistische periode zijn private landgoederen afgepakt, die zijn later weer teruggegeven en in handen van bedrijven gekomen.
Een aantal bosbouw-multinationals stelt zelf juist aan goed natuurbehoud te doen, maar de Baltische natuurorganisaties betwisten dat in hun rapport. Ze vinden tevens dat de overheid steken laat vallen met name op het gebied van controle op allerlei duurzaamheidseisen.
Overleven
Zo wordt in het rapport melding gemaakt van legale kaalkap in Natura 2000-bossen; ook de laatst overgebleven oerbossen worden aangetast door de houtkap. „Hier zitten soorten die niet kunnen overleven in actief beheerde boslandschappen, zoals de vliegende eekhoorn, de zwarte ooievaar en honderden soorten mos.”
Het rapport ‘De duistere kant van een houtpellet’ zorgt voor woedende reacties bij criticasters van houtige biomassa in Nederland. „Dit onderzoek is het begin van het einde voor houtige biomassa. Het kabinet kan niet langer wegkijken”, stelt voorzitter Fenna Swart van het Comité Schone Lucht. „Het miljardensubsidiesysteem voor biomassa is onhoudbaar geworden en moet op de schop.”
Louise Vet, emeritus-hoogleraar ecologie aan de Wageningen Universiteit en voormalig directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie, noemt het rapport ‘zeer verontrustend’. De professor vindt het allesbehalve groen: „Het is niet alleen bewezen desastreus voor klimaat en de luchtkwaliteit, het is rampzalig voor de biodiversiteit.”
De Tweede Kamer wil af van houtige biomassa, maar daarmee zijn de subsidies nog niet weg. Het kabinet wil niet tornen aan toegezegde schenkingen. Minister Wiebes komt binnenkort wel met een ‘afbouwpad’.
ELVA – Boten vol houtpellets voor Nederlandse biomassacentrales laten een spoor van ellende achter in Estlandse bossen. Een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving, dat de ecologische ramp lijkt wit te wassen, houdt het op ’anekdotisch bewijs’ van enkele ngo’s. Maar wetenschappers, vogelkenners, bosfanaten en journalisten bevestigen stuk voor stuk: de subsidies van minister Wiebes ontketenen een roofdier in de Baltische natuur.
Eén van de mooiste ontdekkingen die Siim Kuresoo ooit deed, was een hoopje gele stront. Dwalend door de Estlandse wouden zag hij op de grond ineens gele rijstachtige keuteltjes. „Dan weet je dat je in de buurt bent van de vliegende eekhoorn”, vertelt de medewerker van het Estlandse Natuurfonds (ELF) enthousiast. „En het mooiste: het was niet eens officieel bekend leefgebied van dit bedreigde knaagdiertje.”
De vondst van een extra leefgebied is voor Estlandse bosliefhebbers een zeldzame opsteker. Want de toekomst van die vliegende eekhoorn, die zweeft van boom naar boom dankzij een velletje tussen de poten, ziet er allerminst rooskleurig uit. De soort leeft in holen van oude bomen, waar het beestje noten verzamelt en kroost grootbrengt. Maar steeds meer bossen, en bomen op leeftijd, verdwijnen in de zaagtanden van de pelletindustrie.
Prooi
Kuresoo ziet het elke keer als hij terugreist naar de bosachtige streek van zijn geboorteplaats Elva. „Steeds meer bos wordt volledig kaalgekapt. Zelfs stukken waarvan ik dacht dat ze onbereikbaar zouden zijn. De vliegende eekhoorn kan niet op tegen houtkap op deze grote schaal. Zwevend tussen bomen is hij misschien majestueus, maar over het open veld beweegt hij zich klungelig. Dan is het een makkelijke prooi.”
Een koude douche. Zo voelde voor diverse natuurorganisaties het rapport over biomassa dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vorige week presenteerde. ’Eindelijk’, zo was de hoop, ’buigt een overheidsinstituut van een houtpellets importerend land zich over de vraag of die houtstroom voor energie wel duurzaam is.’ Organisaties als Dogwood Alliance, Biofuelwatch en het Comité Schone Lucht hielden de adem in. Prikt men eindelijk het beeld door dat houtverbranding goed is voor klimaat en onschadelijk voor natuur?
Die vraag is extra relevant omdat energiereuzen RWE en Vattenfall op het punt staan, met miljardensubsidies, grote hoeveelheden biomassa op te stoken in Diemen en Geertruidenberg. Maar het PBL-rapport weigert een oordeel. Het benoemt weliswaar claims ’dat misstanden structureel plaatsvinden’ en dat Estlandse bossen ’overgeëxploiteerd zouden worden’, maar men zet er tegelijkertijd de ontkenning tegenover van Amerikaanse pelletproducent Enviva: ’Onwaar.’ In Estland is geen reactie gehaald.
Hele bomen
Op Radio 1 deed onderzoeker Bart Strengers de claims zelfs af als ’anekdotisch bewijs’. Verdwijnen er hele bomen in pelletmolens, en dus in onze ovens? „Ik weet dat niet”, zegt Strengers. Het gevolg is dat de SER, dat op basis van het PBL-rapport het kabinet moet adviseren over biomassa, nog niet weet waar het aan toe is. Maar dat bewijs, is dat wel zo anekdotisch? Een rondgang langs Estlandse deskundigen levert een eenduidig beeld: de Baltische biodiversiteit wordt geofferd op het altaar van ons klimaatbeleid.
„Oh zeker, de pelletindustrie gebruikt hele bomen”, verklaart vooraanstaand bosecoloog Asko Lõhmus van de Universiteit van Tartu. De grootste producent van pellets maakt er niet eens een geheim van, vertelt hij. „Graanul Invest zegt een verhouding van 1 op 1 te gebruiken aan hele boomstammen en zaaghout voor pellets, maar dat is nooit onafhankelijk gecheckt. Overigens: er is ook nog brandstof nodig om het hout goed te drogen.”
Eén van de mooiste ontdekkingen die Siim Kuresoo ooit deed, was een hoopje gele stront. Dwalend door de Estlandse wouden zag hij op de grond ineens gele rijstachtige keuteltjes. „Dan weet je dat je in de buurt bent van de vliegende eekhoorn”, vertelt de medewerker van het Estlandse Natuurfonds (ELF) enthousiast. „En het mooiste: het was niet eens officieel bekend leefgebied van dit bedreigde knaagdiertje.”
De vliegende eekhoorn
Ⓒ HOLLANDSE HOOGTE / REX BY SHUTTERSTOCK HH
De vondst van een extra leefgebied is voor Estlandse bosliefhebbers een zeldzame opsteker. Want de toekomst van die vliegende eekhoorn, die zweeft van boom naar boom dankzij een velletje tussen de poten, ziet er allerminst rooskleurig uit. De soort leeft in holen van oude bomen, waar het beestje noten verzamelt en kroost grootbrengt. Maar steeds meer bossen, en bomen op leeftijd, verdwijnen in de zaagtanden van de pelletindustrie.
Prooi
Kuresoo ziet het elke keer als hij terugreist naar de bosachtige streek van zijn geboorteplaats Elva. „Steeds meer bos wordt volledig kaalgekapt. Zelfs stukken waarvan ik dacht dat ze onbereikbaar zouden zijn. De vliegende eekhoorn kan niet op tegen houtkap op deze grote schaal. Zwevend tussen bomen is hij misschien majestueus, maar over het open veld beweegt hij zich klungelig. Dan is het een makkelijke prooi.”
Siim Kuresoo (links) ziet met lede ogen aan hoe „steeds meer bos volledig wordt kaalgekapt”.
Ⓒ EIGEN FOTO
Een koude douche. Zo voelde voor diverse natuurorganisaties het rapport over biomassa dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vorige week presenteerde. ’Eindelijk’, zo was de hoop, ’buigt een overheidsinstituut van een houtpellets importerend land zich over de vraag of die houtstroom voor energie wel duurzaam is.’ Organisaties als Dogwood Alliance, Biofuelwatch en het Comité Schone Lucht hielden de adem in. Prikt men eindelijk het beeld door dat houtverbranding goed is voor klimaat en onschadelijk voor natuur?
Die vraag is extra relevant omdat energiereuzen RWE en Vattenfall op het punt staan, met miljardensubsidies, grote hoeveelheden biomassa op te stoken in Diemen en Geertruidenberg. Maar het PBL-rapport weigert een oordeel. Het benoemt weliswaar claims ’dat misstanden structureel plaatsvinden’ en dat Estlandse bossen ’overgeëxploiteerd zouden worden’, maar men zet er tegelijkertijd de ontkenning tegenover van Amerikaanse pelletproducent Enviva: ’Onwaar.’ In Estland is geen reactie gehaald.
Hele bomen
Op Radio 1 deed onderzoeker Bart Strengers de claims zelfs af als ’anekdotisch bewijs’. Verdwijnen er hele bomen in pelletmolens, en dus in onze ovens? „Ik weet dat niet”, zegt Strengers. Het gevolg is dat de SER, dat op basis van het PBL-rapport het kabinet moet adviseren over biomassa, nog niet weet waar het aan toe is. Maar dat bewijs, is dat wel zo anekdotisch? Een rondgang langs Estlandse deskundigen levert een eenduidig beeld: de Baltische biodiversiteit wordt geofferd op het altaar van ons klimaatbeleid.
„Oh zeker, de pelletindustrie gebruikt hele bomen”, verklaart vooraanstaand bosecoloog Asko Lõhmus van de Universiteit van Tartu. De grootste producent van pellets maakt er niet eens een geheim van, vertelt hij. „Graanul Invest zegt een verhouding van 1 op 1 te gebruiken aan hele boomstammen en zaaghout voor pellets, maar dat is nooit onafhankelijk gecheckt. Overigens: er is ook nog brandstof nodig om het hout goed te drogen.”
Hoog opgestapelde boomstammen, wachtend om te worden vermalen.
Ⓒ BIOFUELWATCH
In 2017 en 2018 verdween ruim 12 miljoen kubieke meter hout uit de Estlandse bossen. Voor duurzaam gebruik is volgens wetenschappers 8,4 miljoen kuub het maximum. Maar onze subsidies op biomassa jagen de houtkoorts op. „Dat draagt zeker bij aan de drang tot kaalkap.” Het zogenaamde clear-cutting, waarbij hier en daar slechts één stam overeind blijft, produceert 85 procent van al het geoogste hout in Estland, stelt Lõhmus. „Het is ook de enige manier om de volumes te verkrijgen die de pelletindustrie nodig heeft.”
Officieel is houtverbranding voor verwarming of verlichting klimaatneutraal, zo stelt de Europese richtlijn voor hernieuwbare energie. Maar het kappen in Estland gaat zo snel dat de voorraad opgeslagen CO2 in Estlandse wouden rap kleiner wordt. Net als de Europese wetenschapskoepel EASA al concludeerde, benadrukt ook Lõhmus: „Deze wijze van bosbeheer is niet duurzaam. Niet voor klimaat, en zeker niet voor biodiversiteit.”
Toen de Baltische Staten in 1991 onafhankelijk werden van de Sovjet-Unie wachtte westerse biologen een verrassing. De Russische overheersing sinds 1940 bleek goed te hebben uitgepakt voor Baltische bossen. Bomen van een halve eeuw oud (en inmiddels tachtig jaar) kwamen tot volle groei. „Veel vogelsoorten hebben een voorkeur voor die oude bossen”, weet vogelexpert Margus Ellermaa. Zo ook zijn favoriet: de zwarte ooievaar.
Statistieken
„Van veel soorten nemen de aantallen af”, treurt Ellermaa, die als ornitholoog verbonden is aan BirdLife Estonia. „Om te stellen dat die achteruitgang de laatste tien jaar sneller gaat, is vooralsnog moeilijk te bewijzen.” Toch heeft het er alle schijn van. „Officieel neemt het bosareaal in Estland niet af. Dat is omdat 1-jarig bos ook gewoon meetelt. Maar die statistieken helpen de vogels en andere fauna niet die afhankelijk zijn van volgroeide wouden met rottend hout.”
Kaalkap is overal, en oude sparren en espen worden zeldzamer, weet Ellermaa, die soms toeristen meeneemt op trektocht. „Het laatste belangrijke leefgebied van de vliegende eekhoorn in het noordoosten van Estland is vernietigd. Ik vraag me echt af of onze samenleving bereid is om ook maar één diersoort te redden.” Zelfse tot in Natura2000-gebied klinkt de shredder, waarschuwt het Estlandse Natuurfonds.
Is er dan niemand die toeziet op bescherming van habitat- en vogelrichtlijngebied? Het punt is, stellen vrijwel alle geraadpleegde bronnen, dat de houtindustrie erg machtig is. En de overheid niet vrij van corruptie. Als journalist van Postimees, de grootste krant van Estland, stuitte Nils Niitra op een fraudezaak waarbij gegevens van boseigenaren – alleen bekend bij het ministerie van Milieu – in handen vielen van louche bosbedrijven.
Onder druk
„Hoe ze aan de gegevens komen, is onbekend. Maar per telefoon zetten ze private eigenaars onder druk”, vertelt Niitra per e-mail. „’Grijze’ bedrijven trachten oudere en financieel onervaren mensen, op soms agressieve wijze, te overtuigen om hun perceel of hout te verkopen onder de marktprijs. Zodra het contract is geregeld, koopt een fatsoenlijk bedrijf het recht om te kappen.”
Het gebeurt nog gekker. Met vervalste kapvergunningen stelen maffiosi soms een compleet bos. Zo leed een 94-jarige vrouw uit Hiiumaa onlangs een schade van een ton. ’Roofdieren’ noemde Niitra het gespuis in een column.
Er is geen bewijs, benadrukt de ex-journalist, dat grote pelletmakers als Granuul Invest direct betrokken zijn bij deze foute praktijken. En er is geen hard bewijs dat illegaal gekapt hout uiteindelijk wordt aangekocht voor Nederlandse biomassacentrales. Maar het zijn wel ónze klimaatsubsidies die de houtkoorts zover hebben aangewakkerd dat dit maffiagedrag winstgevend is geworden.
Certificering
In een ecologisch drama als deze is ’elke vorm van certificering een wassen neus’, meent Fenna Swart van het Comité Schone Lucht. „Minister Wiebes probeert zich daar steeds achter te verschuilen, maar de herkomst van pellets in een Hollandse oven is volstrekt oncontroleerbaar.”
„Nederlandse burgers”, zegt Kuresoo, „moeten begrijpen dat onze bossen en biodiversiteit niet netjes worden beschermd.” Biomassa verbranden om klimaatdoelen te halen, is een ’valse oplossing’, stelt de bosexpert van ELF. Net zo vals als de structurele kaalkap in Estland afdoen als een anekdotische zeldzaamheid.
Almuth Ernsting van Biofuelwatch bezocht Estland twee keer. Bij pelletmolens fotografeerde ze hoog opgestapelde stammen, wachtend om te worden vermalen. Ernsting: „Het PBL zegt dat er ’onafhankelijk onderzoek’ nodig is. Maar waarom is ze zelf niet gaan kijken in Estland? Als je moet achterhalen of biomassa duurzaam is, en je stuit op conflicterende uitspraken, dan ga je toch op onderzoek? Dit is geen speld in een hooiberg. Je struikelt over de bewijzen voor vernietigende kaalkap. Als dat geen bewijs is, wat dan wel?”
’Veldwerk buiten onze scope’
Zelf ’internationaal veldonderzoek’ doen was niet het doel van het biomassa-rapport, reageert het PBL. „Dat viel buiten de scope van ons onderzoek, en behoort niet tot onze competentie”, zegt Bart Strengers. In plaats daarvan keken de groene rekenmeesters naar de beschikbaarheid van vormen van biomassa.
Het PBL sprak wel deskundigen die stelden dat sommige bomen die nu in pelletmolens verdwijnen ook geschikt zijn voor de zagerij. „Maar daaruit volgt nog niet dat er sprake is van structureel onduurzame bosbouw.” Bovendien vond het PBL geen wetenschappelijke studies die een ’structurele kaalkap’ aantonen.
Toch hoopt Strengers dat een extra studie alsnog uitsluitsel geeft: „Wij hopen dat ons krachtige pleidooi voor zulk onderzoek, waarbij veldwerk nodig zal zijn, gehoord en opgepakt wordt.”
DEN HAAG – Uitgedeelde subsidies voor het verbranden van houtige biomassa worden niet stopgezet. Minister Eric Wiebes (Klimaat) heeft donderdag laten weten dat het ‘juridisch niet mogelijk’ is.
De VVD-bewindsman stelt verder dat het intrekken van de omstreden subsidies ‘afbreuk doet aan de investeringszekerheid’. Voor het einde van het jaar wil de minister wel met een afbouwplan komen voor het gebruik van houtige biomassa in Nederland.
Meerdere politieke partijen willen dat het kabinet snel een einde maakt aan de omstreden houtverbranding. Donderdag spreekt de Tweede Kamer over de begroting van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Meerdere parlementariërs hebben aandacht gevraagd voor de brandbrief van ruim 70 bezorgde bewonersorganisaties, wetenschappers en binnen- en buitenlandse ngo’s. Ze roepen minister Wiebes (Klimaat) en staatssecretaris Van Veldhoven (Milieu) op expliciet de stopzetting van subsidies voor het verbranden van houtige biomassa voor energie af te kondigen. Het kabinet draalt te lang met een besluit, waarschuwen zij in een brandbrief.
„Het maatschappelijk draagvlak is heel broos”, erkent Wiebes tijdens het debat. Hij waarschuwt dat het zomaar afschrijven van biomassa zorgt voor andere problemen. De minister stelt bijvoorbeeld dat er wel een alternatief moet worden gevonden, dat iedereen lagere kosten wil en er tegelijkertijd een politieke meerderheid is voor meer ambitie om klimaatdoelen te halen. „Alle specialisten zeggen dat dit tijdelijk nodig is. We hebben geen alternatieven.”
WENEN – Het dossier biomassa geeft minister Wiebes (Klimaat) eindelijk de kans zich te ontpoppen tot een echte ’klimaatvoorloper’. Dat stellen internationale natuur- en milieuorganisaties. De politieke situatie waarin de minister hom of kuit moet geven, heeft ervoor gezorgd dat de VVD-er in de schijnwerpers staat tot ver buiten onze landsgrenzen.
Natuur- en milieubeschermers in het buitenland volgen met argusogen of de bewindsman de gelegenheid aangrijpt. ,,Heeft hij de moed om als eerste Europese bewindsman houtige biomassa officieel te ontdoen van het foute etiket ‘duurzaam en klimaatneutraal’ en de subsidies op houtstook te stoppen en terug te draaien?”, formuleert de Australische leider van klimaatcampagnes Luke Chamberlain vanuit Wenen.
Chamberlain is hoopvol. Wiebes zou met zo’n besluit weliswaar lijnrecht ingaan tegen de Brusselse richtlijn die houtverbranding aanmerkt als emissievrij. Ook strijkt de minister ermee tegen de haren in van energiebedrijven die nu miljardensubsidies opstrijken. Maar, argumenteert de lobbyist, Wiebes zou juist de eerste Europese minister worden die de wereld toont dat bossenverbranding géén klimaatoplossing is.
,,Nergens anders is het debat over houtige biomassa voor energie zo ver gevorderd als in Nederland”, zegt Chamberlain, beleidsdirecteur van de ngo Partnership for Policy Integrity. ,,Er is grote maatschappelijke discussie en jullie belangrijkste adviesorgaan adviseert een radicale koerswijziging: beëindig de subsidies voor houtverbranding. Dat is geweldig. We zien dat Wiebes besluiteloos nu lijkt, maar hij moet gewoon ruggengraat tonen.”
Deze week begrotingsbehandeling
Veertien internationale organisaties schaarden zich deze week achter een brandbrief die de klimaatminister oproept snel een einde af te kondigen op subsidies voor houtverbranding. Deze week behandelt de Tweede Kamer de begroting van zijn ministerie Economische Zaken & Klimaat. Als er geen besluit valt, organiseert het rijk eind dit jaar gewoon een nieuwe uitdeelronde van stooksubsidies voor biomassacentrales.
Organisaties als Biofuelwatch, Dogwood Alliance en Estonian Forest Aid hopen op een domino-effect als het kabinet het SER-advies opvolgt. Chamberlain: ,,Als Nederland om gaat, groeit de kans dat meer Europese lidstaten op hun schreden terugkeren. Landen in de rest van de wereld kijken per definitie welke koers Europa volgt op klimaatgebied. Wiebes staat op een keerpunt van het internationale klimaatbeleid.”
’Import door Nederland groeit snelst’
Er is nog een reden voor de internationale aandacht, vertelt Almuth Ernsting van Biofuelwatch. ,,Van alle importeurs van biomassa in Europa, waarbij alleen Denemarken en Groot-Brittannië groter zijn, neemt de import door Nederland het snelste toe. Ook voor de komende jaren lijkt die import snel door te stijgen.”
Ze wijst er bovendien op dat de Europese richtlijn die biomassa klimaatneutraal noemt, niet verplicht tot het uitdelen van subsidies. Ernsting: ,,Het zou een zeer positief signaal zijn als de Nederlandse minister het stimuleren van houtstook met belastinggeld stopt. De hele wereld kijkt naar Wiebes.”
Niet alleen milieubeschermers houden de ogen gericht op het Binnenhof, ook buitenlandse producenten van houtpellets. Zo is het Baltische bedrijf Graanul Invest niet te spreken over de brandbrief die Wiebes deze week ontving. ,,De schrijvers suggereren onterecht dat er op grote schaal corruptie zou plaatsvinden in de energiesector”, schrijft directeur en grootaandeelhouder Raul Kirjanen aan deze krant.
’Houtpellets milieuvriendelijke brandstof’
Haagse opstooksubsidies hebben geleid tot aanzienlijke Nederlandse aankopen bij Granuul Invest, dat met elf fabrieken de grootste houtpelletproducent is in de Baltische staten. Kirjanen benadrukt dat aan al onze vereisten en certificaten wordt voldaan. ,,Houtpellets zijn een milieuvriendelijke biobrandstof”, concludeert de bosbouwmagnaat.
Natuur- en milieuorganisaties zijn het met hem oneens. Chamberlain: ,,Bossen verbranden voor energie is slecht voor de biodiversiteit. En het is slecht voor het klimaat, omdat je extra broeikasgas de atmosfeer in pompt. Terwijl iedereen begrijpt dat we juist zoveel mogelijk CO2 in bossen moeten vastleggen. Daarnaast schaadt het de luchtkwaliteit. Dagelijks sterven er ruim duizend Europeanen door vervuilde lucht. Met Covid-19 wordt dat alleen maar erger. We kunnen ons klimaatprobleem niet oplossen door alsmaar meer bossen af te fakkelen.”
AMSTERDAM – Ruim zeventig bezorgde bewonersorganisaties, wetenschappers en binnen- en buitenlandse ngo’s roepen minister Wiebes (Klimaat) en staatssecretaris Van Veldhoven (Milieu) op expliciet de stopzetting af te kondigen van subsidies voor het verbranden van houtige biomassa voor energie. Het kabinet draalt te lang met een besluit, waarschuwen zij in een brandbrief.
„Minister Wiebes blijft om de hete brij heen draaien, maar het is tijd voor een daadkrachtig signaal”, zegt Maarten Visschers van Leefmilieu, één van de drie initiatiefnemers van de protestactie. Johan Vollenbroek (MOB) en Fenna Swart (Comité Schone Lucht) zijn de andere twee. De brandbrief belandt in Den Haag vlak voor het debat over de begroting van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
„Het parlement staat op het punt opnieuw groen licht te geven voor een smak geld aan subsidies voor het verbranden van omgekapte bossen alsof het om ’duurzame energie’ gaat”, stelt Visschers. „Maar het is de verwoesting van biodiversiteit en ecosystemen en de aantasting van onze luchtkwaliteit, die wordt aangejaagd met deze SDE-subsidies. Dat is onacceptabel.”
Zelfbedrog
Al het voorwerk is gedaan. Wetenschappers benadrukken dat het opstoken van bossen als klimaatbeleid feitelijk zelfbedrog is: houtverbranding veroorzaakt twee keer zoveel CO2-uitstoot als gas en zelfs meer dan kolen. De Sociaal Economische Raad adviseerde daarom een koerswijziging: bouw biomassa-subsidies af en stel bedrijven, die reeds subsidies kregen toegezegd, schadeloos.
Toch schuift Wiebes de hete aardappel voor zich uit. Nu wil hij weer wachten op een onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving naar hoe een afbouw eruit moet zien. Visschers: „Maar het PBL heeft al getoond dat zij zelf voorstander is van biomassa. Ze erkent zelfs de misstanden niet in de kaalkap in de Baltische bossen. Dit duurt te lang.”
Vierendertig bewonersgroepen steunen de brandbrief omdat zij vrezen dat lokale plannen door zullen gaan zolang de Haagse weifel voortduurt. In Amersfoort Schothorst wil de gemeente een hele wijk van het gas halen en aansluiten op biomassa voor stadsverwarming. Uit een enquête blijkt echter dat tachtig procent van de bewoners het niet zien zitten.
Alternatieven
„We gaan hier toch geen tientallen miljoenen euro’s belastinggeld uitgeven om bossen te verbranden?”, zegt voorzitter Christian van Barneveld van de stichting Groen in Amersfoort. „Straks is dat geld op, de bomen weg en we zijn geen stap verder richting een klimaatoplossing. Bovendien leggen biomassacentrales een ongezonde fijnstofdeken over ons land. Laat het kabinet dit geld steken in isolatie en echte duurzame alternatieven.”
Ook jongeren willen dat Wiebes kleur bekent. De Nederlandse tak van Friday’s for Future, geïnspireerd op klimaatspijbelaar Greta Thunberg, schaart zich achter de oproep in de brandbrief. „In theorie is biomassa misschien hernieuwbaar, maar het duurt wel honderd jaar voor het bos is teruggegroeid. Nederland moet hiermee kappen”, zegt Sytze Fortuin.
Voor bijstook in kolencentrales is 3,5 miljard euro bestemd. Voor honderden kleinere initiatieven ligt 5,2 miljard klaar. Eind dit jaar staat een nieuwe verdeelronde op stapel. De briefschrijvers willen dat die subsidieverstrekking wordt stopgezet en energiebedrijven worden gecompenseerd.
Reactie Wiebes
Minister Wiebes (Klimaat) laat in reactie op de kritiek weten dat het kabinet eind dit jaar een knoop doorhakt. „Het kabinet wil houtige biomassa voor lage temperatuurwarmte zo snel als dat haalbaar en betaalbaar mogelijk is uitfaseren”, reageert de VVD-bewindsman. „Voor de productie van elektriciteit worden al geen subsidies meer afgegeven. En voor de productie van warmte uit houtige biomassa gaat dat ook gebeuren. Eind dit jaar bepaalt het kabinet wanneer dat gaat gebeuren op basis van het advies van het PBL.”
Volgens Rudy Rabbinge, emeritis hoogleraar agronomie en oud-senator voor de PvdA, heeft de houding van Wiebes niets te maken met een zorgvuldige overheid. „Ik weet zeker dat de minister dit expres rekt. Hij tilt het ’t liefst over de verkiezingen heen, zodat hij niks hoeft te besluiten. Maar het stoppen met deze subsidies raakt de leefomgeving van heel veel Nederlanders veel directer dan het sluiten van een enkele verre kolencentrale.”
Zelfs Marianne Minnesma trok onlangs openlijk haar handen af van het gebruik van biomassa. Had ze eerst met Urgenda nog zo gevochten om de overheid te dwingen meer aan hernieuwbare energie te doen, nu kwam ze tot de conclusie dat Nederlands’ belangrijkste troef – houtige biomassa – eigenlijk alleen maar slecht is voor het klimaat, biodiversiteit en luchtkwaliteit.
Het SER- advies, waarvan dinsdag een concept uitlekte, volgt op het felle maatschappelijke debat tussen voor- en tegenstanders van gesubsidieerde biomassacentrales. Hoewel de SER geen onmiddellijk einde eist van de subsidies, noch een bouwstop voor nieuwe centrales, lijken luidruchtige tegenstanders als Comité Schone Lucht en de MOB van Johan Vollenbroek toch voor een groot deel gelijk te hebben gekregen. Ook voor de SER is biomassa immers ‘over en sluiten’.
Dat was tien jaar geleden nog zo anders. Om het aandeel hernieuwbare energie te stimuleren, besloot het kabinet in het Energieakkoord om ook het verbranden van houtpellets als klimaatvriendelijk aan te merken. Subsidies hielpen biomassa uitgroeien tot grootste leverancier van ‘hernieuwbare’ energie van Nederland. Zelfs groter dan wind- en zonne-energie.
Tot critici – van wetenschappers tot activistische ngo’s – de luchtbel doorprikten dat het verbranden van biomassa goed zou zijn voor het klimaat. Daarna volgden al snel andere argumenten tegen het kappen van bossen voor stroom en warmte. Zo wordt de kaalkap in de Verenigde Staten en Estland als een ramp gezien voor de biodiversiteit en een aanslag op onze luchtkwaliteit. Bovendien: zelfs aardgas levert minder CO2-uitstoot op dan het verbranden van biomassa.
Het advies van de commissie, onder leiding van VVD-coryfee Ed Nijpels, gaat ook in op de houtstook door burgers in open haarden en kachels. „Verbranding met een te lage milieuprestatie moet worden ontmoedigd”, stelt het advies. De SER verzoekt de regering het gedrag van de burger ’te beïnvloeden’ om geen vuurtje meer te stoken bij ongunstig weer. Lees: als er kans is op smog door de rooklucht.
’Stuurloze intentieverklaring’
Toch is niet iedereen is blij met de SER. Comité Schone Lucht zag liever een direct moratorium op houtige biomassasubsidies. „Dit advies is een stuurloze intentieverklaring en dus een vrijbrief aan de politiek”, vreest Fenna Swart. „Er wordt geen deadline gevraagd voor het stoppen met subsidies. Er hoeft van de SER geen onmiddellijk moratorium op nieuwe centrales. Op deze manier kunnen het kabinet en grote energiebedrijven gewoon door op de ingeslagen weg.”
“Er wordt geen deadline gevraagd voor het stoppen met subsidies”
Johan Vollenbroek van de milieuorganisatie MOB is iets optimistischer. Maar de SER zou nog strenger mogen zijn wat betreft luchtkwaliteit. „Ze erkent weliswaar dat de luchtkwaliteit moet worden verbeterd en emissies verlaagd, maar ze eist niet het gebruik van best beschikbare technieken, zoals een doekenfilter”, zegt Vollenbroek.
De gevolgen zijn merkbaar: weilanden worden volgebouwd met zonnepanelen, boeren en burgers ruziën in Drenthe over windmolens en vissers worden weggesaneerd uit de Noordzee om plek te maken voor nog meer wieken. Eén probleem: als het niet waait en de zon niet schijnt kan er geen energie worden opgewekt. Stuwmeren hebben we niet.
Dus werd in het Energieakkoord met instemming van milieuclubs afgesproken om biomassa bij te stoken in kolencentrales. Brussel vond het goed. Hout werd er speciaal voor de oceaan overgevaren. De Tweede Kamer stak er na heel veel ophef pas een stokje voor vlak voor de verkiezingen.
Het kabinet grijpt in de opvolger van het Energieakkoord, het veelbesproken Klimaatakkoord (gericht op CO2), opnieuw naar (deels houtige) biomassa. Nu als tegenhanger van aardgas. Nederland haalt zónder de klimaatdoelen niet, stelt het kabinet.
Weer is er massaal verzet. Nu tegen biomassacentrales die als paddenstoelen uit de grond schieten. Bijna niemand ziet iets groens in het verbranden van hout. Het staat bovendien haaks op de stikstofaanpak. Opnieuw grijpt de Kamer vlak voor de verkiezingen in. Dinsdag ging een meerderheid mee in de wens om subsidies af te bouwen. Een voorschot op het SER-advies.
Door deze koerswijziging moet Nederland straks waarschijnlijk weer méér aardgas gebruiken. Voor buitenlandse energiebedrijven is het lastig opereren. Afspraken uit akkoorden zijn blijkbaar niets waard. En de doelen van het Energieakkoord? Die worden ondanks de miljardensubsidies niet gehaald. Nederland gaat nu voor miljoenen windenergie uit Denemarken kopen om op papier alsnog braaf in de pas te lopen.
DEN HAAG – De spelregels rond biomassa moeten strenger worden. Er mogen geen nieuwe subsidies meer komen voor verbranding van houtachtige biomassacentrales voor de opwekking van uitsluitend stroom. Daar zijn de coalitiepartijen het over eens geworden.
Nu VVD, CDA, D66 en ChristenUnie het eens zijn geworden keert voor het eerst een meerderheid van de Tweede Kamer zich tegen de ontwikkelingen rond biomassa. Deze vorm van ’groene’ energie ligt steeds meer onder vuur in de maatschappij. Bovendien staat het bouwen van de centrales haaks op de aanpak om stikstof te verminderen. De oppositie is al langer van mening dat het zo niet langer kan.
Nu VVD, CDA, D66 en ChristenUnie het eens zijn geworden keert voor het eerst een meerderheid van de Tweede Kamer zich tegen de ontwikkelingen rond biomassa. Deze vorm van ’groene’ energie ligt steeds meer onder vuur in de maatschappij. Bovendien staat het bouwen van de centrales haaks op de aanpak om stikstof te verminderen. De oppositie is al langer van mening dat het zo niet langer kan.
De politieke stap betekent niet het einde van biomassacentrales en bestaande subsidies. De coalitie wil vooral duidelijkheid scheppen voor de toekomst en richting gemeenten die nog plannen hebben voor de bouw van een biomassacentrale.
De regeringspartijen stellen voor om eerst een ’duurzaamheidskader’ in het leven te roepen voor er nieuwe subsidies worden uitgedeeld. In dat document komt te staan wat nog acceptabel is. Bepaalde vormen van biomassa -zoals restproducten uit de landbouw- vinden de vier coalitiepartijen wel acceptabel.
Subsidies
Er mogen in elk geval geen nieuwe subsidies komen voor verbranding van houtige biomassa voor nieuwe centrales voor de opwekking van stroom. Subsidies voor kleine biomassacentrales (minder dan 5MW) moeten van de Kamer in de wacht worden gezet tot er aangescherpte eisen zijn voor schone lucht.
Uiteindelijk wil de coalitie af van de situatie waarbij houtsnippers en pellets gesubsidieerd worden verbrand. Het kabinet moet daarom met een eindjaar komen en een afbouwpad.
D66 en ChristenUnie kwamen onlangs al met stevige woorden in een persbericht over een subsidiestop, maar een week later stemden de twee partijen tegen een voorstel van GroenLinks met een vergelijkbare strekking. Achter de schermen valt te horen dat coalitiegenoten VVD en CDA onaangenaam verrast waren. Minister Wiebes (Klimaat) zei in een debat dat hij niet zomaar even het ’klimaatakkoord door de plee kon spoelen’.
Binnenkort komt de SER met een advies over biomassa. Wiebes heeft al aangekondigd dat hij dit rapport wil gebruiken om opnieuw te kijken naar omgang met deze vorm van ’groene’ energie.
Met de jarenlange klimaatzaak dwong Marjan Minnesma de overheid via de rechter versneld te stoppen met fossiele brandstoffen. Van het gas af is het nieuwe Haagse mantra en het kabinet stimuleert houtige biomassa als vorm van ’hernieuwbare energie’. Nu het boegbeeld van Urgenda zich echter voegt bij de critici van houtstook voor energie, en tegelijkertijd een lans breekt voor aardgas, vinden velen dat curieus.
Edwin Timmer
Marjan Minnesma was zich zondagavond kennelijk bewust van de opmerkelijke klimaatuitspraak die ze zojuist had gedaan. „Dat klinkt heel raar uit mijn mond”, klonk het. Het gebeurde tijdens een interview in het EO-radioprogramma Dit is de dag. En menig luisteraar zat met de oren gespitst.
„Als ik het heel cru zou stellen, zou ik zeggen: op dit moment is het beter om aardgas te gebruiken en een boom te planten, dan om biomassa te gebruiken en een boom te planten”, formuleerde Minnesma. Huh? Prijst de klimaatkoningin van Nederland het gebruik van aardgas aan? Terwijl Den Haag, mede op aandringen van klimaatactivisten, toch juist een beleid uitrolt dat huizen aardgasvrij maakt? Wat is hier aan de hand?
Op sociale media reageerden opiniemakers verrast. ’Onbegrijpelijk’, stelde columnist en energiedeskundige Remco de Boer. Een ’ommezwaai’, oordeelde wetenschapsjournalist Simon Rozendaal. Volgens Fenna Swart van Comité Schone Lucht nam Minnesma niet eerder publiekelijk zo openlijk afstand van houtige biomassa. Ze doet het overigens terwijl de afgelopen maanden het maatschappelijke verzet groeit tegen biomassa wegens de luchtvervuiling en het verlies aan biodiversiteit.
Miljardensubsidies
Minnesma kwam wereldwijd in de schijnwerpers te staan dankzij de Urgenda-zaak. De Hoge Raad gaf haar gelijk dat de Nederlandse overheid meer moet doen om de CO2-uitstoot te verlagen. Mede door de klimaatzaak besloot het kabinet te koersen op het van het aardgas afhalen van huizen. Daarnaast stimuleert Den Haag het gebruik van biomassa door miljardensubsidies.
Op Radio 1 erkende Minnesma dat ze biomassa twintig jaar geleden als onderzoeker aan de Vrije Universiteit nog als ’oplossing’ zag tegen de opwarming van de aarde. Maar volgens de Urgenda-voorzitter is klimaatverandering inmiddels zo nijpend dat de wereld geen tijd meer heeft om nog biomassa te gebruiken. De CO2 van elke opgestookte boom blijft te lang in de atmosfeer, en vormt daarmee een risicovol opwarmend effect.
„Ik zie voortschrijdend inzicht bij Minnesma”, zegt Rozendaal verheugd. „Daar kan ik wel bewondering voor opbrengen.” Ook het feit dat ze aardgas nu duidelijk als een ’overgangsbrandstof’ ziet, waardeert de schrijver van Warme aarde, koel hoofd. Dat is namelijk ook één van de kernpunten in zijn boek.
Sommigen begrepen uit de woorden van Minnesma dat ze de Groningse gaskraan weer open wil draaien. Maar dat weerspreekt ze. Wel stelt Minnesma dat het verstoken van gas slechts de helft van de CO2-uitstoot oplevert in vergelijking met het verbranden van biomassa. Zolang aardwarmte, zonnepanelen en windmolens nog onvoldoende energie opwekken, kunnen we het beste gas gebruiken, meent Minnesma. Tot in elk geval 2030. Rozendaal ziet overigens een langere toekomst voor gas.
Hoewel de woorden van Minnesma voor veel luisteraars klonken als donderslag bij heldere hemel, stelt ze zelf dat Urgenda al langer kritisch is op biomassa. Zo ondertekende Minnesma enkele weken geleden de brandbrief aan de Sociaal-Economische Raad om te pleiten voor afschaffing van subsidies voor opstook van houtige biomassa.
Kentering
Toch vormt juist dit optreden een kentering, stelt Fenna Swart van het Comité Schone Lucht. Zij strijdt tegen de komst van ’s lands grootste biomassacentrale bij Diemen en overziet het groeiende veld aan actoren dat zich tegen biomassa begint uit te spreken. „In eerdere instantie leek Urgenda biomassa nog te steunen als tijdelijke oplossing. Bovendien is dit de eerste keer dat Minnesma zich publiekelijk zo duidelijk uitspreekt.”
Urgenda loopt volgens Swart niet weg voor het, wellicht onbedoelde, effect dat de klimaatzaak heeft gehad: „De Urgenda-zaak duwde de overheid verder in de richting van het subsidiëren van het verbranden van houtpellets. Voor het kabinet is het nu eenmaal, op papier, de makkelijkste manier om ’hernieuwbare energie’ te stimuleren.” Een nieuwe openstelling voor subsidie begin dit jaar zorgt inmiddels voor een verdere groei van de vraag naar houtige biomassa, aldus de activiste.
Minnesma werpt deze kritiek verre van zich. „Ik voel me totaal niet verantwoordelijk voor de keuze die de overheid heeft gemaakt voor het subsidiëren van biomassa. Dat komt voort uit het Energie- en Klimaatakkoord”, zegt ze. Minister Wiebes stelde vorige week in de Tweede Kamer nog dat hij nog geen afscheid wil nemen van biomassa. Het zou te belangrijk zijn om de klimaatdoelen te halen – zoals Urgenda via de rechter heeft geëist.
Klimaatpublicist Rutger van den Noort heeft nog een kanttekening. „Het kan zijn dat Urgenda al langer kritisch was op biomassa. Maar men droeg altijd het idee uit dat we zo snel mogelijk naar hernieuwbare energie moesten, zelfs zonder dat een reële back-up mogelijk was voor onze energiehuishouding. Nu erkent Minnesma dat aardgas nodig is als overgang. En zo is het. Het moet allemaal veel geleidelijker.” Gasketels afkoppelen om Amsterdamse huizen aan een warmtenet op biomassa te koppelen, zoals het hoofdstedelijke stadsbestuur wil, noemt Van den Noort ’het paard achter de wagen spannen’.
Minnesma is optimistisch dat we met wind op zee en zonnepanelen op bestaande gebouwen een heel eind komen. „Tegen windmolens op zee bestaat weinig weerstand”, zegt de klimaatactiviste. Van het vol leggen van weilanden met zonnepanelen is ze géén voorstander. „Het is ook niet nodig.”
Wethouder ruimtelijke ordening, grondzaken, duurzaamheid, klimaat en energie, Marieke van Doorninck van GroenLinks is serieus de weg kwijt!
GroenLinks zegt nee tegen ’GL-motie’ over biomassa
De Partij voor de Dieren wilde dat de gemeenteraad van Amsterdam zich alvast uitspreekt tegen het verbranden van ’houtige biomassa’ als ’duurzame hernieuwbare energie’ en bracht een GroenLinks-motie met die strekking donderdag alvast in stemming. De voltallige Amsterdamse GroenLinks-fractie stemde echter tegen.
Komend weekeinde is het partijcongres gepland en zal een soortgelijke motie, die is opgesteld door een GroenLinks-raadslid uit Haarlem, worden voorgelegd aan de landelijke leden. Reden voor Partij voor de Dieren-raadslid Johnas van Lammeren om deze alvast in de gemeenteraad in Amsterdam voor te leggen.
’Historische fout in de maak’
Momenteel wordt in Amsterdam namelijk de laatste hand gelegd aan de bouw van een biomassacentrale in het Westelijk Havengebied. Deze wordt voor tientallen miljoenen gebouwd door het Afval Energie Bedrijf, waarvan de gemeente Amsterdam honderd procent aandeelhouder is. Ook in Diemen verrijst een grote biomassacentrale. Met de warmte die hiermee vrijkomt moeten tienduizenden huizen worden verwarmd.
„Er wordt een historische fout gemaakt: Amsterdam wordt afhankelijk gemaakt van biomassa van AEB en Diemen. De CO2-schuld wordt doorgeschoven naar onze kinderen”, zegt raadslid Johnas van Lammeren van de Partij voor de Dieren. „Bomen kappen en verbranden, oerbossen kappen. Het is vernietiging van de ecologie.”
Hij wijst erop dat ’honderden internationale wetenschappers hebben aangetoond dat door het gebruik van houtige biomassa bomen worden bedreigd en daarmee het klimaat.” Ook benadrukt hij dat bij de verbranding van hout CO2 vrijkomt.
Geen steun
Terwijl VVD, FvD, Denk, CDA, ChristenUnie, Bij1 en Partij van de Ouderen de motie steunden, stemden alle negen raadsleden van de GroenLinks-fractie tegen. Met de steun van D66, PvdA en de SP haalde de motie het definitief niet. Dat gold ook voor een motie waarin werd opgeroepen tot een draagvlakonderzoek.