Uit Telegraaf; Door Alexander Bakker 2 december 2020
DEN HAAG – De toenemende vraag naar biomassa in Nederland draagt bij aan rampzalige kaalkap van bossen in Estland en Letland. Daarvoor waarschuwen Baltische natuurorganisaties in een nieuw alarmerend rapport dat vandaag in meerdere landen verschijnt.
Het Estonian Fund for Nature en de Latvian Ornithological Society beschrijven in hun rapport de vernietiging van reusachtige groengebieden. In de twee landen wordt jaarlijks, zo stellen de opstellers, een volwassen bos ter grootte van de gemeente Amsterdam gekortwiekt. Nederland is samen met Groot-Brittannië en Denemarken de grootste afnemer.
Klimaatdoelen
Door het kleine oppervlakte van Nederland zit het kabinet al jaren met het halen van huidige en toekomstige Europese energie- en klimaatdoelen. Om de energietransitie snel te ‘vergroenen’ heeft het huidige en vorige kabinet miljarden gestoken in biomassa. Nederland produceert zelf te weinig om te verbranden, daarom importeert ons land grote hoeveelheden hout uit onder andere Noord-Amerika en de Oostzeelanden.
Een deel van dat hout is afkomstig uit Estland en Letland. „Mensen die in Nederland wonen, dragen door middel van hun belastingen of groene heffingen op energierekeningen dus onbewust bij aan houtkap in de Baltische staten”, schrijven de onderzoekers.
Ze stellen dat er ‘duidelijk bewijs’ is dat de houtkap ‘in ieder geval gedeeltelijk’ wordt aangejaagd door een grotere vraag naar biomassa voor warmte en elektriciteit. De onderzoekers vrezen voor dramatische gevolgen voor duizenden soorten unieke flora en fauna.
De bosbouw is voor bedrijven behoorlijk lucratief. In tegenstelling tot Nederland zijn veel gebieden met woudreuzen niet beschermd. In de communistische periode zijn private landgoederen afgepakt, die zijn later weer teruggegeven en in handen van bedrijven gekomen.
Een aantal bosbouw-multinationals stelt zelf juist aan goed natuurbehoud te doen, maar de Baltische natuurorganisaties betwisten dat in hun rapport. Ze vinden tevens dat de overheid steken laat vallen met name op het gebied van controle op allerlei duurzaamheidseisen.
Overleven
Zo wordt in het rapport melding gemaakt van legale kaalkap in Natura 2000-bossen; ook de laatst overgebleven oerbossen worden aangetast door de houtkap. „Hier zitten soorten die niet kunnen overleven in actief beheerde boslandschappen, zoals de vliegende eekhoorn, de zwarte ooievaar en honderden soorten mos.”
Het rapport ‘De duistere kant van een houtpellet’ zorgt voor woedende reacties bij criticasters van houtige biomassa in Nederland. „Dit onderzoek is het begin van het einde voor houtige biomassa. Het kabinet kan niet langer wegkijken”, stelt voorzitter Fenna Swart van het Comité Schone Lucht. „Het miljardensubsidiesysteem voor biomassa is onhoudbaar geworden en moet op de schop.”
Louise Vet, emeritus-hoogleraar ecologie aan de Wageningen Universiteit en voormalig directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie, noemt het rapport ‘zeer verontrustend’. De professor vindt het allesbehalve groen: „Het is niet alleen bewezen desastreus voor klimaat en de luchtkwaliteit, het is rampzalig voor de biodiversiteit.”
De Tweede Kamer wil af van houtige biomassa, maar daarmee zijn de subsidies nog niet weg. Het kabinet wil niet tornen aan toegezegde schenkingen. Minister Wiebes komt binnenkort wel met een ‘afbouwpad’.