Klimaatdoelen enkel behaald door truc

Door Ronald Plasterk. 11 juni 2020. In Telegraaf.

Ik beloof dat ik niet vaak zulke lange citaten zal opnemen, maar zo gek gaat het ook niet snel meer worden. Woensdagavond verscheen bij de NOS het volgende bericht:

’Minister Wiebes wil niet toezeggen dat er geen subsidie meer gaat naar de bouw van nieuwe biomassacentrales. Hij begrijpt de zorgen die inmiddels zijn gerezen over het gebruik van biomassa voor energieopwekking. „Maar als we de klimaatopgaven willen halen, hebben we biomassa voorlopig nodig”, zei hij in de Tweede Kamer. „Ik wil ervoor hoeden dat we op een woensdagmiddag een belangrijk onderdeel van het klimaatakkoord door de plee spoelen”, zei de minister van Economische zaken en Klimaat. Hij wees erop dat in dat akkoord door honderd organisaties is afgesproken dat biomassa belangrijk is. De brandstof werd vorig jaar nog gezien als duurzame energiebron en zou het doel om in 2030 49 procent minder CO₂ uit te stoten dichterbij brengen. De laatste tijd rijzen er steeds meer bezwaren tegen biomassa. In plaats van gebruikte houtpallets wordt er boshout uit het buitenland verbrand. Daar komt bij dat het stoken van biomassa tot luchtvervuiling leidt. Al met al zou het gebruik van de brandstof geen winst opleveren voor het klimaat. Wiebes erkent dat er een evolutie in het denken over biomassa gaande is. Hij denkt dat er op de langere termijn misschien niet meer voor wordt gekozen, maar ’in de tussentijd’ en ’tijdens de energietransitie’ zitten we er aan vast, zei hij.’

Klimaatakkoord

Einde citaat. De minister weet dat de enige reden dat het verbranden van bossen bijdraagt aan het halen van de doelstelling om minder CO₂ uit te stoten is dat in het klimaatakkoord (waar geen burger ooit aan te pas is gekomen) is afgesproken dat de CO₂-uitstoot van biomassa niet meetelt. Er wordt enorm veel CO₂ uitgestoten als je bossen verbrandt, veel meer zelfs dan wanneer je gas verbrandt omdat nat hout minder energie oplevert. Maar er is bestuurlijk besloten om dat niet mee te tellen. We halen de klimaatdoelen enkel omdat we een boekhoudkundige truc uitvoeren. Wat de minister „evolutie in het denken” noemt, is dat mensen erachter komen dat ze beduveld worden.

Minister duikt weg

Er is niets duurzaams aan het verbranden van bossen. De minister probeert, en daarom citeer ik hem zo uitvoerig, ook helemaal niet te verdedigen dat het wél duurzaam is. Hij duikt weg voor inhoudelijke verdediging, en beroept zich op een gezagsargument (honderd organisaties), en gooit het op de lange baan (op de langere termijn misschien niet meer).

Hij weet dat zijn verhaal niet klopt. Er is vroeger gedacht dat voor de gekapte bossen weer nieuwe bomen zouden aangroeien, en dat zou waar kunnen zijn in Noorwegen dat dunbevolkt is en vol staat met bossen. Maar als je binnen tien jaar, wat de minister noemt „tijdens de energietransitie”, naar 49% zogenaamd duurzaam wilt, moet je in een enorm tempo kappen, en verbranden, en daar groeit geen bos tegenop. Het cynisme is stuitend.

Natuurlijk stoot je CO₂ uit als je hout verbrandt. Ieder kind kan zien dat in dat klimaatakkoord iets ongelooflijks is ’afgesproken’. De Tweede Kamer, en anders bij de eerste gelegenheid de kiezer, over door de plee spoelen gesproken, moet er op toezien dat we onze eeuwenoude oerwouden, met alle planten, dieren, microben erin, niet aan dat cynisme verliezen.

Heel even sprekend als bioloog herinner ik er graag aan dat veel van onze geneesmiddelen ooit zijn gevonden in tropische schimmels en planten uit oerwouden. De rijkdom van een oerwoud is veel groter dan de calorische waarde die je krijgt als je het verbrandt.

Slachting olifanten

Hier is als voorbeeld een evolutie van denken. Ivoor is een prachtig materiaal dat wordt gemaakt van de slagtanden van olifanten. Door de vraag naar ivoor ontstond een slachting onder olifanten, en een van de horrorbeelden die ik me uit mijn kindertijd herinner, is een tijdschriftfoto van een doodgeschoten olifant waarvan stropers de slagtanden hadden afgezaagd.

Er is aanvankelijk besloten om gebruik van ivoor te verbieden, tenzij afkomstig van dieren die een natuurlijke dood waren gestorven. Dat klonk redelijk, immers als ze toch dood zijn, waarom dat ivoor dan niet gebruiken: gecertificeerd ivoor met keurmerk. Maar dat werkt natuurlijk niet!

Het stropen ging door, want je kunt aan een ivoren beeldje niet zien hoe die olifant is doodgegaan, en de producenten gaan altijd schuiven met producten. De enige maatregel die werkte, evolutie in het denken: alle gebruik van ivoor verbieden.

Als wij in Diemen hout verbranden, zullen ze daar elders in de wereld de bomen voor kappen. Als er vraag is, komt er aanbod. Het is geen schande om tot dit nieuwe inzicht te komen, maar wel om daarvoor weg te duiken.

Biomassacentrales zijn onzinnig en moeten direct stoppen.