Ede. 20.000 aangesloten woningen, de vermogens van de centrales zijn bekend. Bedrijfsuren is reëel te noemen.
Hier staat dat zonder rendementsberekening (93% wordt geclaimed) en zonder verlies in het warmtenet.. (30% noemen veel mensen) we 51kton biomassa nodig hebben voor 20.000 huizen in Ede.
Inclusief rendement kom je op 55kton., of 0.00275 kton per woning. we hebben 160kton…. en daarmee voor 58.182 woningen biomassa beschikbaar…
Dat is nog voor 38.182 huizen beschikbaar voor de rest van Gelderland… straks nog minder omdat gemeentehuis Ede ook ‘groen’ gaat!
Je kan dus never nooit niet claimen dat je uitsluitend (lokale) reststromen verbrandt.
Het is simpel rekenwerk dat niet wordt gedaan door beslissers die rapporten van betaalde pro-biomassa lobby volgen.
Een aanvulling van de expert:
De jaarlijkse energie output van de drie BMC’s bij 8000 vollasturen is 213.600 MWh. Dat is 768.960 GJ
Benodigde primaire energie : 826.838 GJ.
Systeem rendement van warmtenet 0,93 x 0,7 = 0,651.
Van de primaire energie blijft dus 0,65 x 826.838 = 538.000 GJ nuttige energie over.
CO2 uitstoot hout 109 kg / GJ
Jaarlijkse CO2 uitstoot van de 3 BMC’s samen : 0,109 x 826838 = 90.000 ton CO2 /jaar.
Als we 538.000 GJ/jaar via gasketels thuis gaan opwekken ook met een rendement van 93% hebben we 579.000 GJ/jaar nodig.
CO2 uitstoot gas : 56 kg/GJ
CO2 uitstoot gas : 0,056 x 579.000 = 32.500 ton CO2 /jaar.
Voor beide voorbeelden is niet de WTT energie meegerekend en ook niet de energie die nodig is om de BMC in bedrijf te houden en ook niet de extra elektriciteit om het water door het leidingnet te pompen.
CO2 uitstoot BMC’s : 90.000 ton/jaar
Co2 uitstoot gasketels thuis 32.500 ton/jaar.
Je moet toch wel heel brutaal zijn en een hele grote klont boter op je hoofd hebben om dit een besparing van 50.000 ton CO2 te noemen.
Is CO2 altijd CO2? Het stellen van de vraag klinkt wellicht een beetje vreemd. Natuurlijk, kooldioxide is kooldioxide. Een tafel is toch ook geen stoel? Toch is de vraag terecht nu uit onderzoek van CE Delft is gebleken dat afvalverwerkers de helft van hun CO2-uitstoot buiten de boeken houden.
De regels zijn duidelijk. CO2, kooldioxide, is een schadelijk broeikasgas. In 2015 maakte de wereld daarover afspraken, met als doel de CO2-uitstoot sterk te verminderen om een klimaatcrisis te voorkomen. Wereldwijd wordt dus ingezet op duurzame energievormen, ter vervanging van olie, gas en kolen die bij verbranding grote bronnen van CO2 zijn. Wind- en zonne-energie bijvoorbeeld.
Maar er is ook ‘groene energie’ waarvan de opwekking wél bijdraagt aan extra CO2-uitstoot. Energie, geleverd door biomassacentrales of van kolencentrales die hout bijstoken bijvoorbeeld. Of energie die vrijkomt bij afvalverwerkers die organisch afval als groen- en plantenresten, maar ook modder en hout vergisten, vergassen of verbranden. Biogene CO2, zoals CE Delft dat noemt.
Op papier gaat het hier om ‘klimaatneutrale energie’, want al deze grondstoffen zijn van plantaardige, natuurlijke origine. De redenering daarbij is dat planten en bomen na verloop van tijd gewoon terug groeien en de nodige CO2 weer uit de atmosfeer opnemen, want kooldioxide is onmisbaar voor hun groei.
Alle rekentrucs met CO2 vertroebelen de blik op het klimaatprobleem
Terecht stellen steeds meer mensen kritische vragen bij deze praktijk. Het tempo waarin biogene CO2 de atmosfeer in wordt geblazen is al snel hoger dan planten en bomen in hun groei kunnen bijhouden, is de kern van hun redenering. Jaar in jaar uit gaat het om enorme hoeveelheden CO2. Alleen de Nederlandse vuilverwerkers bijvoorbeeld brengen zo, volkomen legaal, net zo veel CO2 de atmosfeer in als een middelgrote kolencentrale aan kooldioxide uitstoot.
Alle rekentrucs met CO2 vertroebelen de blik op het klimaatprobleem. Daarbij dringt zich een parallel op met het stikstofdossier waarmee het kabinet al maandenlang worstelt. Destijds, vóór de invoering van de Pas-regeling, klonken kritische geluiden over deze stikstofaanpak. Door die regeling werd meer economische groei en meer stikstofuitstoot toegestaan. Economische expansie, op de pof. Om politieke redenen vonden deze geluiden geen gehoor, met alle ellende van dien.
Bij de uitstoot van CO2 is de inzet nog groter: het klimaat en het voortbestaan van de aarde. Een serieus politiek debat over bio-energie is daarom geboden. Het kan een begin zijn van een nieuwe aanpak, waarmee Nederland ook internationaal een voortrekkersrol kan spelen.
De mening van de krant, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.
EDE – De biomassacentrale aan de Knuttelweg heeft te veel schadelijke stoffen uitgestoten. Milieuactivist Johan Vollenbroek wil nu dat de gemeente Ede handhavend optreedt.
De Nijmeegse milieuactivist Johan Vollenbroek heeft de gemeente Ede gisteren een brief gestuurd, waarin hij aangeeft dat de biomassa aan de Knuttelweg in Ede-Noord te veel stikstof en fijnstof uitstoot. Ook zou de installatie te veel uren draaien. Namens de organisatie Mobilisation for the Environment vraagt Vollenbroek Ede op om hiertegen handhavend op te treden.
Volgende week meer bekend
Een woordvoerder van de gemeente bevestigt dat het verzoek is binnengekomen. ,,We gaan ons buigen over de brief om de vervolgstappen te bepalen’’, meldt de woordvoerder. ,,Inhoudelijk is hierover dus nog niets te zeggen. Naar verwachting kunnen we in de loop van volgende week meer informatie geven over onze vervolgstappen en het bijhorende tijdspad.’’
De woordvoerder voegt eraan toe dat met ‘we’ de Omgevingsdienst De Vallei wordt bedoeld. Deze organisatie houdt zich bezig met vergunningverlening in de regio en ook op de naleving van de vergunningen.
Gezondheid
De laatste tijd is er steeds meer ophef over de drie biomassacentrales in Ede. Omwonenden maken zich al langer zorgen om hun gezondheid. Dat werd nog versterkt door uitlatingen van Vollenbroek in deze krant dat dit soort centrales veel te veel schadelijke stoffen uitstoten. Het grootste deel daarvan bestaat uit fijnstof.
Twee weken geleden maakte het gemeentebestuur bekend dat Vollenbroek een van de personen is die wordt uitgenodigd om meer duidelijkheid te krijgen over de werking van de biomassacentrales. De gemeenteraad van Ede wil alle feiten over deze centrales boven tafel krijgen en wil daarom alle belanghebbenden uitnodigen voor een gesprek. Naast Vollenbroek zijn dat medewerkers van Het Warmtebedrijf (eigenaar van de biomassacentrales) en vertegenwoordigers van de Omgevingsdienst De Vallei.
Het volksverzet tegen honderden in Nederland geplande biomassacentrales groeit. Door de massale houtstook neemt de uitstoot van CO2 en fijnstof niet af, maar juist tóé; met gevaar voor de volksgezondheid, waarschuwen onder meer RIVM en GGD. Dit voorjaar willen tegenstanders de straat op, naar het Malieveld: „We zitten op een omslagpunt, we krijgen steun uit alle hoeken.”
Nederland moet zo snel mogelijk van het gas af, vindt het kabinet. Een oplossing ziet de coalitie in de inrichting van zeshonderd biomassacentrales: energiecentrales die op grote schaal hout verbranden. Zo kunnen, volgens minister Eric Wiebes (VVD), de doelstellingen uit het klimaatakkoord worden gehaald.
Probleem: die zwaar gesubsidieerde biomassacentrales zijn enorm vervuilend. Een stuk vervuilender dan het schone aardgas en vervuilender zelfs dan de ouderwetse kolencentrales. Elektriciteit opwekken door houtverbranding levert 20 procent meer stikstof, fijnstof en broeikasgas op dan stroom uit een kolencentrale, concludeerden onderzoekers. RIVM en GGD waarschuwen: kijk goed naar de gevolgen voor de volksgezondheid.
Complete bossen vernietigd
De massale houtkap bedreigt bovendien de natuur; niet alleen die in Nederland, maar tot in de Verenigde Staten en de Baltische landen, waar complete bossen worden vernietigd om te voldoen aan de stijgende vraag naar hout.
Jildert Huitema (39) is mede-initiator van het landelijke protest tegen de biomassacentrales. Huitema woont op Amsterdam-IJburg, vlak bij de biomassacentrale van Diemen, die de grootste van Nederland moet worden. Die centrale moet warmte leveren aan gasloze huizen in Amsterdam en Almere.
Bezwaren tegen biomassa
Huitema, die als marketing strateeg voor grote multinationals werkte, werd wantrouwend tijdens een infoavond van energiereus Vattenfall, uitbater van de centrale. „Het zou alleen om restafval gaan, werd ons verteld. Maar als je doorvroeg – bijvoorbeeld waarom de complete gemeenteraad van Diemen tegen de plannen was – dan kwamen er slechts ontwijkende antwoorden. Ik ben mij in de kwestie gaan verdiepen en stuitte op al die bezwaren tegen biomassa. Toen hebben we op IJburg met anderen een coalitie gevormd en is de bal gaan rollen. Bij een inloopavond zat het bomvol, een dampende zaal met wel tweehonderd man.”
Bekende milieu-activist
Interessant: het Comité Schone Lucht, dat Huitema oprichtte met Fenna Swart, krijgt steun uit uiteenlopende hoeken: zowel uit klimaatsceptische kringen, als van de bekende milieu-activist Johan Vollebroek en een organisatie als Greenpeace.
Huitema: „Het is een breed, gemêleerd gezelschap. Vooral doorsnee Nederlanders, die echt last hebben van die centrales. Als je in Zaandam je kinderen op school hebt naast een biomassacentrale zonder filters en die school staat blauw van de rook, dan word je heel ongelukkig. Of als je in Ede een autobedrijf hebt en je moet telkens de fijnstof van je auto’s wassen, terwijl je je realiseert ’die troep adem ik nog in ook’.”
Steun uit alle hoeken
Veertig lokale comités hebben zich inmiddels aangesloten bij Huitema’s initiatief. Zaterdag 18 april wil het Comité optrekken naar het Malieveld. Huitema: „Als de corona-crisis het toelaat, anders stellen we het uit. Lokale partijen – ook die uit de regeringscoalitie – zijn vaak tegen de komst van de centrales, maar minister Wiebes en ook Eurocommissaris Frans Timmermans blijven biomassa maar zien als dé oplossing. Het is enorm moeilijk om met hen in gesprek te komen. Onze woede moet kennelijk eerst zichtbaar worden in Den Haag, misschien dat de bezwaren dan gaan indalen. Maar we zitten op een omslagpunt, we krijgen steun uit alle hoeken.”
Slimme lobby
In het biomassa-project gaat zo’n 12 miljard euro om aan subsidies: de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+). Huitema: „Al dat geld is inmiddels vergeven. Het is een slimme lobby geweest van de energiebedrijven, de pellethandel, de centralebouwers en al die mensen eromheen, die aan de biomassa veel geld verdienen. Zij hebben de politici voorgehouden dat biomassacentrales de oplossing zijn en biomassa als duurzame brandstof is vervolgens groot in het klimaatakkoord terechtgekomen. Men is er gewoon ingetrapt.”
“Het is een slimme lobby geweest van de energiebedrijven, de pellethandel, de centralebouwers en al die mensen eromheen, die aan de biomassa veel geld verdienen”
Intussen, vervolgt Huitema: „Er zijn gigantische hoeveelheden hout nodig voor de centrales. Complete bossen in de Verenigde Staten en de Baltische staten worden nu gekapt. In de Baltische landen bleken hoogwaardigheidsbekleders, tot het niveau van minister, te profiteren van die handel. In Roemenië zijn boswachters vermoord, die zich tegen de kap verzetten. Het is compleet uit de hand gelopen. Er wordt beloofd: voor de gekapte bomen worden weer nieuwe geplant, die halen weer CO2 uit de lucht, dus is dit allemaal CO2-neutraal. Maar dat is niet zo. Dat herplanten gebeurt slechts op heel kleine schaal. Bovendien is een productiebos iets heel anders dan de complete ecosystemen, die nu worden verwoest. Zogenaamd redden we het klimaat, maar we vernietigen de natuur.”
Aantal voorstanders slinkt
Het aantal voorstanders van biomassacentrales slinkt. Hoewel hoogleraar bio-economie Martin Junginger alle commotie relativeert: „Biomassacentrales stoten meer stikstof en fijnstof uit dan kolen”, zei hij in het AD. „Maar waar heb je het dan helemaal over? De energiesector als geheel zorgt voor maar 0,3 procent van alle stikstofuitstoot in Nederland.”
Jildert Huitema is het eens met het kabinet dat ’we afmoeten van onze verslaving aan fossiele brandstoffen’. „Maar van het gas af is een doel op zich geworden terwijl gas als transitiebrandstof een prima oplossing was geweest. Dan hadden die miljarden subsidie in innovatieve projecten kunnen worden gestopt, in aquathermie bijvoorbeeld, in plaats van in ouderwetse en vervuilende houtstook.”
Leffert Oldenkamp is adviseur bosbeheer te Wageningen, en schreef deze gastbijdrage aan de Trilemma op uitnodiging.
Veel partijen zien in dat biomassa bij verbranding meer CO₂ uitstoot dan de fossiele alternatieven. De Commissie Remkes heeft zich daarbij aangesloten. Verwacht mag worden dat daarmee biomassa in de ban wordt gedaan, omdat het doel van het beleid is om de uitstoot te verminderen. Helaas is dat niet het geval. Omdat de bescheiden productie hernieuwbare energie inmiddels voor ruim 50% uit biomassa bestaat, wordt naar argumenten gezocht om het gebruik ervan voort te zetten. Dit ondanks de grote maatschappelijke onrust als gevolg van de overmatige kap van bomen.
In de discussie over biomassa komen enkele onderwerpen steeds terug. Zoals de suggesties a) dat biomassa kan worden verbrand omdat in het bos door verrotting dezelfde hoeveelheid CO₂ vrij zou komen en b) dat de bij verbranding van biomassa vrijkomende CO₂ weer geheel in vegetatie (bomen) wordt opgenomen en vastgelegd. Deze suggesties gaan voorbij aan het feit dat bij verbranding de totale hoeveelheid CO₂ op het zelfde moment in de atmosfeer komt. Verrotting en de vorming van nieuwe biomassa vinden echter over een lange periode plaats. De hoge uitstoot van biomassa blijft dus nog geruime tijd in de atmosfeer.
Bij verrotting komt CO₂ niet alleen langzaam ter beschikking, maar een groot deel blijft daarbij ook in organische stof (humus), afkomstig van takken, zitten. Het komt niet in zijn geheel vrij. Dat heeft een gunstig effect op de kwaliteit van de bodem en van biodiversiteit in het algemeen. Takken, resthout en afvalhout hebben dus een essentiële betekenis voor de groei van bomen en andere onderdelen van het ecosysteem. Ook als het in de vorm van afval overblijft, kan het in materialen worden verwerkt, onder andere in de bouw, bijvoorbeeld voor isolatie. Takken en resthout kunnen dus beter niet worden verbrand, want dan gaan veel gunstige eigenschappen verloren. CO₂ moet zo lang mogelijk in houtweefsels blijven zitten.
Het weer vast leggen van CO₂ in planten (‘pay back time’)
In vegetaties zit wereldwijd een enorme hoeveelheid CO₂ (bij benadering bovengronds 500.000 gigaton en ondergronds 1,5 miljoen gigaton), waarbij een groot deel in uitwisseling is met de atmosfeer. Het is vooral een kortcyclisch proces van fotosynthese en ademhaling (opbouw en afbraak van koolstofhoudende bestanddelen). Landbouwgewassen, energiegewassen, onkruidvegetaties, jonge boompjes, struiken et cetera vangen daarbij voortdurend CO₂ op, maar laten het binnen korte tijd nagenoeg volledig weer terugkeren in de atmosfeer. Dat proces draagt dus heel weinig bij aan CO₂- opslag. Maar wanneer er bomen zijn die de kans krijgen om voor houtaanwas te zorgen, wordt het een ander verhaal. In hout (bossen, singels, lanen en parken) kan CO₂ voor langere tijd worden vastgelegd en spreken we van opslag.
Het verbranden van biomassa -naast veel andere bronnen- zorgt voor een extra verhoging van de CO₂-concentratie in de atmosfeer. Om die concentratie met behulp van boomgroei te kunnen verlagen (c.q. de uitstoot van biomassa te kunnen compenseren) moeten bossen en individuele bomen voldoende (extra) groeicapaciteit bezitten. Dan spelen er wetmatigheden waar in de biomassadiscussie vaak aan voorbij wordt gegaan.
Groeicurve bomen
Bomen groeien over een lange periode (van tientallen tot honderden jaren). Als ze nog jong zijn is er een beperkte jaarlijkse houtaanwas per hectare. Op middelbare leeftijd staan er minder bomen op een hectare maar is de houtaanwas per hectare veel hoger. Tegen het einde van een omloop neemt de groei in kubieke meter per jaar per hectare af. Schematisch volgt deze aanwas van een boom -maar ook van een groep bomen- een groeicurve zoals die in de natuur gebruikelijk is. Om die capaciteit optimaal te kunnen benutten is het nodig om overmatige concurrentie weg te nemen. In de bosbouw wordt dan over ‘dunning’ gesproken. Overblijvende bomen gaan dan beter groeien vanwege goede kroonvorming. Een deel van de houtvoorraad wordt op die manier tijdelijk opgeofferd, maar door de extra groeikracht is dat na enkele jaren gecompenseerd. Dit is een correcte invulling van de ‘pay back time’.
Als de groei gaat afvlakken, kan verjonging van het bos aan de orde zijn. Er wordt dan sterker in de houtvoorraad ingegrepen dan bij dunning. Maar door daarna gebruik te maken van een periode met progressieve groei in het nieuw gevormde bos kan ook hierbij de ‘pay back time’ effectief zijn. In een bosgebied (beheereenheid, landgoed) wordt er -in het ideale geval- naar gestreefd om in een mozaïek van bostypen (oud, jong, gemengd, verschillende boomsoorten) de jaarlijkse houtaanwas over het gehele gebied op peil te houden. In bosbouwtermen heet dat de lopende aanwas. Naast periodieke verjonging en dunning, is dan ook van belang met welke boomsoorten dat gebeurt.
Er zijn soorten die in Nederland gemiddeld over een hele omloop slechts 2 tot 4 kubieke meter per jaar per hectare aan CO₂-vastlegging opleveren (grove den op arme gronden), maar ook die 15 tot 20 kuub per jaar per hectare bijdragen (douglas op iets betere zandgronden). Populieren kunnen nog hogere producties halen, maar eiken, beuken en berken blijven ook bij enkele kubieke meters per jaar per hectare steken. Uiteraard is dit alles afhankelijk van allerlei invloeden (bodemkwaliteit, insecten, droogte, wind, brand) en van de soms wisselende bezettingsgraad met bomen op een hectare. In werkelijkheid variëren de gemiddelde groeicijfers per hectare aanzienlijk. Het is derhalve uiterst moeilijk om voor bossen in te schatten hoeveel CO₂ kan worden vastgelegd. Het valt slechts achteraf vast te stellen met systematische en periodieke bosinventarisaties.
Wanneer dunningen worden nagelaten, wordt de daling van de groeicurve eerder ingezet en per saldo wordt er minder houtgroei (CO₂-opslag) gerealiseerd dan mogelijk. Bij ernstige achterstand in dunning, moeten de opstanden ook nog eens eerder worden verjongd. Wanneer er dan minder goed groeiende bomen worden geplant of worden gedoogd in spontane verjonging, is de capaciteit voor CO₂-opslag verder gedaald. Helaas is in Nederland na de stormen van de 70-er jaren en na de invoering van Natura 2000-gebieden de aandacht voor klimaatbestendig bosbeheer verwaarloosd. Doelgerichte dunning en verjonging bleven veelal achterwege. Bovendien zijn vooral goed groeiende boomsoorten geoogst en werd bos omgevormd voor andere biodiversiteit dan die van bos. Daarmee neemt de capaciteit van de gezamenlijke bossen, om CO₂ in hout vast te leggen, steeds verder af.
De grootschalige oogst van bomen en takken voor biomassacentrales draagt sterk bij aan de afname van opslagcapaciteit in het achtergebleven bos. Op de kale vlakten moet de bosontwikkeling opnieuw beginnen. Ook worden bossen, singels en lanen opgeruimd, zonder dat er vervanging komt om de houtaanwas over te nemen.
In de praktijk betekent dit dat de oogst van biomassa de al in gang zijnde dalende capaciteit voor CO₂-opslag van het bos nog veel verder aantast. Voor de extra uitstoot, die bij verbranden van biomassa ontstaat, valt geen ‘pay back time’ in te vullen. Met de huidige inzichten voor aanleg van extra bos zal dat niet worden verholpen.
Toename houtvoorraad
Voorstanders van biomassacentrales hanteren graag de stelling dat, wanneer de houtvoorraad toeneemt, er gerust een deel voor biomassa kan worden gebruikt. Helaas gaat die stelling niet op. Toenemende houtvoorraad is vaak een gevolg van onvoldoende dunning of verjonging. De aanleiding om extra te kappen is er dus wel, maar niet voor biomassa. De capaciteit van het bos om de CO₂-opslag te verbeteren zou het doel moeten zijn, terwijl het geoogste hout in duurzame producten moet worden verwerkt.
Afsluitend
Inzet van biomassa voor energieproductie is alleen verantwoord als aan strikte eisen wordt voldaan, eisen die vooralsnog onhaalbaar zijn. Daarvoor moet namelijk eerst het CO₂ gehalte van de atmosfeer tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht en de lopende aanwas van de gezamenlijke bossen een stijgende lijn vertonen. Daar is een enorme uitbreiding van het bosareaal voor nodig, met een verbetering van het bosbeheer en aangepaste criteria voor duurzaam bosbeheer. Onder die omstandigheden valt de uitstoot van biomassa centrales weer in houtweefsels vast te leggen. Daar is evenwel veel tijd voor nodig. Binnen de termijnen waarvoor klimaatdoelen zijn gesteld, valt dat niet te realiseren.
Leffert Oldenkamp is adviseur bosbeheer te Wageningen, en schreef deze gastbijdrage aan de Trilemma op uitnodiging.
Wettelijke emissienormen voor stof worden bij twee biomassacentrales in Ede op aanzienlijke schaal overschreden. Ook is de NOx-emissie erg hoog. Gemeente en Omgevingsdienst De Vallei hebben verontrustende meetrapporten lang onder de pet weten te houden.
Houtstook in kleine biomassaketels
De gemeente Ede is erg trots dat ze een aantal volgens haar zeer duurzame houtstookketels op haar grondgebied heeft. ‘Bio-Energie Ede’ /’Warmtebedrijf Ede’ heeft installaties aan de Dwarsweg, de Geerweg en de Knuttelweg. Er is nog een nieuwe vierde locatie in de planning. De energiecentrale aan de Dwarsweg te Ede omvat twee houtgestookte ketels van elk 4,4 megawatt en drie gasketels van 6 MWth. Bij elkaar minder dan 15 MWth zodat een milieuvergunning niet wettelijk is vereist en hier dus ook niet is afgegeven. Het bedrijf is zelf ook erg trots op de installatie. (LINK)
In de jaren 2016-2019 zijn in opdracht van de leverancier (Kara Energy Systems B.V.) op vooraf aangekondigde momenten emissiemetingen uitgevoerd naar vooral stof, NOx, SO2. Metingen van ammoniak ontbreken. ‘Bio-Energie Ede’ meet geen van deze stoffen continue.
Klachten
Er zijn al langer tientallen klachten van omwonden bij de gemeente. Er wordt geklaagd over ‘rook in de slaapkamer, stinkende uitstoot en rookwolken die het zicht belemmeren’. Ook: ,,Een paar dagen geleden stond mijn slaapkamer vol rook. Ik zeur niet snel, maar dit is zo’n inbreuk op mijn privacy dat ik nu hemel en aarde ga bewegen om het te stoppen. Ik wil gewoon met open raam kunnen slapen”. Ook: “Af en toe staat het hier blauw van de rook.” In plaats van dat er iets aan de uitstoot gebeurde werd “Bureau Spotlight” ingehuurd om iets aan het geschonden imago te doen. Van de website Edestad: “Het warmtenet in Ede stoot in verhouding circa de helft minder stikstof uit dan kolencentrales en de grote megabiomassacentrales.” Dat blijkt volgens Warmtebedrijf Ede uit een onafhankelijk onderzoeksrapport van SGS Nederland. ,,Daarnaast is de fijnstofuitstoot in Ede in verhouding ruim 17 keer minder dan de uitstoot van kolencentrales en grote biomassacentrales.” (LINK)
Er zou volgens het bedrijf zelf alleen maar schone lucht uit de schoorsteen komen. Uit de recent ontvangen rapporten blijkt dat deze claims onverholen leugens zijn.
Onder andere door MOB is een verzoek om toezending van de rapporten ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Schokkende meetresultaten
De meetresultaten zijn schokkend. De centrale aan de Geerweg heeft meer dan drie keer zoveel fijnstof uitstoot dan toegestaan. Die aan de Dwarsweg stoot ongeveer twee keer de toegestane norm uit. De wettelijke norm uit het Activiteitenbesluit bedraagt 5 mg/Nm3 voor stof. Er zijn zelfs concentraties tot 178 mg/Nm3 stof gemeten. Ook de laatste metingen van november 2019 laten nog steeds een overschrijding zien van de norm van 5 mg/Nm3.
Op deze norm van 5 mg/Nm3 is veel kritiek omdat die veel te ruim is. De ruim 10 jaar oude biomassacentrale van HVC in Alkmaar haalt jaar in jaar uit < 0,5 mg/Nm3. Hetzelfde geldt voor alle moderne afvalovens. ‘Bio-Energie Ede’ is simpelweg ook niet in staat om de norm van 5 mg/Nm3 te halen omdat het volgens de site van Kara is uitgerust met een elektrostatisch filter. Een elektrostatisch filter kan met moeite wel 10-20 mg/Nm3 halen, maar aanvullend daarop is een doekfilter nodig om onder de 0,5mg/Nm3 te komen. Dit is de enige manier om deze zware overbelasting van de omgeving met fijnstof te beperken.
Waarom is dit nooit door de gemeente gesignaleerd? Waarom handhaaft de gemeente niet? Overigens wordt de stofconcentratie in de schoorsteen niet continue gemeten. Bedrijf noch gemeente hebben daardoor ook maar enig idee hoe hoog de concentraties stof uit de schoorsteen zijn, en van daaruit de belasting van omwonenden, in de tussentijd dat er niet wordt gemeten. Voor NOx zijn concentraties tot 273 mg/Nm3 gemeten bij een wettelijke norm van 145 mg/Nm3 die overigens ook veel te ruim is. Immers, afvalovens voldoen al meer dan 30 jaar aan de norm van 70 mg/Nm3. Waarom kunnen biomassacentrales dat niet? Metingen van 2019 laten waarden zien tussen 100 en 140 mg/Nm3. Niet duidelijk is of dit wordt bereikt met ammoniak en/of ureum inspuiting. In dit geval had ook op ammoniak moeten worden gemeten. Dat is niet gebeurd zoals blijkt uit de meetrapporten.
Geen toezicht tijdens metingen
De wet schrijft voor dat metingen onder representatieve omstandigheden moeten worden uitgevoerd. Uit de bijlagen blijkt dat aan deze voorwaarde vaak niet is voldaan omdat er is gemeten bij deellast: 65-90%. Soms wordt geclaimd dat bij ‘vollast’ is gemeten, maar uit de temperaturen en debieten blijkt dit veelal onjuist te zijn. Kennelijk houdt de gemeente geen toezicht op de metingen.
Andere luchtverontreinigende stoffen
Naast veel te veel stof en NOx komen ook zwaveldioxide, zoutzuur en zware metalen uit de schoorsteen. We hebben eenmalig een meting op kankerverwekkende polycyclische aromaten gezien, maar ook deze meting was van tevoren aangekondigd.
Grondig mis met de afgasreiniging van de Edese biomassaketels
De veel te hoge stof en NOx-emissies leiden tot onnodige risico’s voor de volksgezondheid en hinder/ schade voor omwonenden. De kern van het probleem is dat er een te simpele/goedkope gasreiniging is geïnstalleerd.
Wat doen Ede en de Omgevingsdienst De Vallei?
Volgens de website ‘De vijf gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel en Wageningen en de provincie Gelderland hebben samen Omgevingsdienst De Vallei opgericht. In Omgevingsdienst De Vallei werken deze partijen nauw samen op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving’.
Uit het bovenstaande blijkt dat Gemeente en Omgevingsdienst ervoor kiezen om de mythe van schone houtstook in Ede in stand te houden. Dat heeft duidelijk een hogere prioriteit dan ‘een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving.’
De gemeente blijft nu dus al ruim 3 jaar ingebreke met betrekking tot het handhaven van de wettelijk voorgeschreven stofnorm van 5 mg/Nm3.
Conclusie
Gemeente en Omgevingsdienst dienen zich te verantwoorden voor (1) het feit dat al meer dan 3 jaar niet wordt gehandhaafd op de wettelijke norm voor stof van maximaal 5 mg/Nm3, (2) het achterhouden van alarmerende meetrapporten over de biomassaovens, en (3) een onacceptabel staaltje window dressing. Verder is het evident dat de meetrapporten niet de representatieve situatie weergeven. De werkelijke emissies in de tussenperiodes zullen aanzienlijk hoger zijn dan tijdens de meetperiodes.
Wat kan en moet eraan gedaan worden?
De rookgasreiniging dient te worden uitgebreid met een doekenfilter om stofconcentraties onder 0,5mg/Nm3 te bereiken. De NOx-verwijdering dient te worden verbeterd en de installatie dient te worden voorzien van automatische emissiemonitoring van tenminste CO, stof, ammoniak/NOx en oventemperatuur.
Wat had het kabinet al lang moeten doen?
Het kabinet heeft in het verleden veel te ruime emissiegrenswaarden gesteld die niet voldoen aan de wettelijke eis van toepassing van ‘Best Beschikbare Technieken’. Dit ter wille van een gemakkelijke en snelle uitrol van biomassastook in kleine installaties in Nederland.
Ook hier overtreedt het Kabinet/de minister de wet door normen voor biomassacentrales uit te vaardigen die niet voldoen aan de wettelijke eis tot ‘toepassing van ‘Best beschikbare Technieken’ conform de Wet milieubeheer. Maar dat hebben we toch eerder ook gezien in het PAS-debacle?
Installaties aan de Geerweg en de Knuttelweg
Als het ontwerp van de installatie aan de Geerweg identiek is aan dat van de Dwarsweg dan speelt bijbeide locaties hetzelfde probleem. Ook van Geerweg hebben wij meetresultaten ontvangen. Ook daar wordt de stofnorm van 5 mg/Nm3 systematisch overschreden. De NOx-concentraties varieren ook van ruim boven 145 mg/Nm3, soms ook onder 145 mg/Nm3 maar ver boven de bovengenoemde 70 mg/Nm3.
Een deel van de metingen is onder deellast uitgevoerd zoals bij Ketel 1: meting van 8 juni 2017 wordt “vollast” geclaimd, maar uit de rookgasdebieten blijkt dat bij circa een kwart van vollast is gemeten. Dit duidt erop dat buiten de periodes dat gemeten wordt de werkelijke emissies aanzienlijk hoger zijn. De bovenstaande evaluatie heeft betrekking op de centrale aan de Dwarsweg en de Geerweg. Van locatie Knuttelweg hebben wij nog geen emissiegegevens ontvangen.
Vierde locatie
Er is nog een nieuwe vierde locatie in de planning.
Massaal bomen kappen om biomassa van te maken en op te stoken is bij lange na niet zo’n duurzame energiebron als wordt beweerd. Dat roepen sceptici al jaren, schrijft Erdal Balci in zijn column, maar beleidsmakers kunnen niet meer terug.
‘Leef boven je stand, bouw schulden op, vergok je maandsalaris in een paar uur aan de pokertafel, maar maak nooit de fout om een verkeerde investering te doen.’ Iedere keer dat ik een krantenstuk of een televisie-item over de biomassakwestie van Nederland tegenkom, denk ik aan die woorden van ome Kayidi. Die had al zijn zuur verdiende geld in Duitsland in grond, stal en vee in het armste deel van moederland Turkije gestoken, was vrij snel een paar illusies armer geworden maar kon niet anders dan tot het bittere einde doorgaan. Een soort lot wacht ook Nederland met de ‘biomassarevolutie’.
Ome Kayidi’s lot is die van vele personen, bedrijven en landen. Een slechte investering is erger dan alle andere fouten, want de middelen die je in alle optimisme in het geflopte project hebt stopt, is meestal van te grote omvang om er een streep door te halen, om vervolgens gewoon door te gaan. Je kunt niet anders dan vele jaren voort dobberen op onrustige wateren waar je met open ogen in bent gevaren. Bovendien is een slechte investering het ergste wat er bestaat omdat die de goede investeringen een kopje kleiner heeft gemaakt. Na een slechte investering zit je geld in rotzooi. Je kunt het niet terugkrijgen, je vergooit je eigen leven en de levens van je kinderen om de schade beperkt te houden en kijkt terug op een leven van duurzame ellende.
De bijstook van houtpellets in energiecentrales veroorzaakt meer CO2-uitstoot dan kolenverbranding.
Dat is wat ome Kayidi allemaal aan den lijve ondervond. De dure koeien uit Europa bleken niet bestand tegen de kou van de Kaukasus, ze gingen een voor een dood, geen hond die interesse had in zijn ultramoderne stal, want we zaten in een tijd waarin iedereen maakte dat die vertrok naar de stad. Ome Kayidi en zijn vrouw en kinderen kwamen uiteindelijk ook naar de grote stad, maar wel in een toestand van absolute armoede.
De arme man had zichzelf en zijn familie getroffen met de fout van zijn leven. Daarentegen, de beleidsmakers die een paar jaar geleden in het stoken van biomassa duurzaam klimaatbeleid en de inperking van de CO2-uitstoot zagen, hebben een heel land getroffen met hun grenzeloze naïviteit. Ze zijn verantwoordelijk voor de vieze lucht in ons land en hebben tevens door hun handtekening te zetten onder dit project het decreet gegeven voor de vernietiging van hele bossen in Amerika en Oost- Europa.
Dezer dagen komen wetenschappers met onderzoeksresultaten die biomassa-sceptici al jaren van de daken schreeuwden. De bevindingen liegen er niet om: de bijstook van houtpellets in energiecentrales veroorzaakt meer CO2-uitstoot dan kolenverbranding. Een zeer verontrustende situatie als het gaat om de volksgezondheid. Niet alleen bij Nederlanders, maar ook bij gemeenschappen waar Nederland het hout vandaan haalt. Om de klimaatdoelen te halen (het CO2 wordt op het conto geschreven van de landen waar het hout is gekapt en niet waar het in brand is gestoken) worden hele bossen omgekapt en zo de natuur in die gebieden vernietigd.
We wilden de natuur redden en lieten daarom hele bossen omkappen.
Wie op zoek is naar een interessante openingszin voor een roman, wordt op zijn wenken bediend door deze Nederlandse praktijk: ‘We wilden de natuur redden en lieten daarom hele bossen omkappen.’
Onder normale omstandigheden zou je terug kunnen komen op je fout, een welgemeend ‘sorry’ zeggen tegen flora en fauna die je vernietigd hebt en je verontschuldigingen aanbieden bij de longpatiënten in de polder, een gebaar van spijt naar de met extra veel CO2 opgezadelde lucht kunnen maken en met pijn in het hart verder kunnen gaan. Maar vanwege de rigoureuze beleidsverandering, de grote investeringen en de bindende contracten kan Nederland dat niet. Zoals ome Kayidi een jaar of twintig voort ploeterde om uiteindelijk opgebrand en in armoede te doen wat de rest ook deed, zo zal Nederland als een krankzinnige tot het bittere einde gaan om te redden wat er te redden valt. Want, het gaat om immense bedragen en wie heeft de ballen om tegen het volk te zeggen dat al dat geld foetsie is?
De subsidie die vrijgemaakt is voor het vervuilende, bosvernietigende, ziektes veroorzakende, klimaatvijandige biomassaverbrandingsproject bedraagt 11,4 miljard euro. 11 trucks vol met bankbiljetten. Wat voor bedrag met deze gekte precies gemoeid is, weten we niet. Onderzoeksprogramma Zemblaopenbaarde wel dat in 2017 alleen al de kolencentrales 3,6 miljard subsidie hebben ontvangen voor de bijstook van biomassa. Er zijn dus vele miljarden gemoeid in deze zaak. Geld waarmee alternatieven voor duurzame energie bedacht, gefinancierd en uitgevoerd konden worden. Geld om het onderwijs uit de crisis te halen. Geld om armoede te bestrijden. Allemaal in rook opgegaan, samen met de schitterende Amerikaanse en Oost-Europese bomen.
De gemeenteraad van Ede wil alle feiten over de biomassacentrales boven tafel krijgen en wil daarom alle belanghebbenden uitnodigen voor een gesprek. Naast Vollenbroek zijn dat medewerkers van Het Warmtebedrijf (eigenaar van de biomassacentrales) en vertegenwoordigers van de Omgevingsdienst De Vallei.
Leefkwaliteit van Edenaren
,,We mogen geen oogje dicht knijpen als het gaat om de leefkwaliteit van Edenaren’’, zegt D66-raadslid Sander Nijenhuis. ,,Luchtkwaliteit moet topprioriteit zijn. We moeten alles uit de kast halen om de hoeveelheid fijnstof te laten dalen.’’
De hoeveelheid fijnstof in de lucht bij Ede is al hoog, blijkt uit gegevens van het RIVM. Het gemeentebestuur wijst als oorzaak daarvoor de aanwezigheid van snelwegen, industrie en de landbouw aan. Nijenhuis wil ook weten in hoeverre de uitstoot van de biomassacentrales bijdragen aan de slechte luchtkwaliteit van Ede.
Hetze tegen biomassa
,,We zien dat er in Nederland een hetze tegen biomassa ontstaat”, zegt Gerrit Flier van de SGP. ,,Soms is dat terecht, soms niet. Wij waren lang blij met ons groene warmtebedrijf.” Maar liefst 18.500 woningen en bedrijven worden verwarmd door het verbranden van biomassa.
Dat moeten er op korte termijn 20.000 woningen worden, inclusief het gemeentehuis. Maar inmiddels weten de Edese politici niet meer of ze daar nu trots op moeten zijn of juist niet.
Onderste steen boven
Als het aan Ruben van Druiten van Burgerbelangen ligt, komt de onderste steen boven als het gaat om biomassacentrales. Daarom vroeg hij vorige week ook een debat aan in de gemeenteraad. ,,Wanneer gaat het college eens meten wat de daadwerkelijke uitstoot is van de centrales?’’, vraagt Van Druiten.
Burgemeester René Verhulst zegt dat het laatste woord over biomassa nog niet is gesproken. Hij belooft snel een bijeenkomst met alle belanghebbenden te beleggen.
Hoe zit het nu?
Voldoen de biomassacentrales in Ede nu wel of niet aan de regels? Dat is afhankelijk van welke norm je hanteert voor de maximale uitstoot. Dat heeft er alles mee te maken dat er een verschil is in normen tussen een kleine en grote installatie. De grens tussen klein en groot ligt bij 5 MegaWatt. Een kleine centrale mag vier keer zo veel stof uitstoten als een grote centrale, namelijk 20 milligram per kubieke meter tegen 5 milligram.
De centrales aan de Dwarsweg en Geerweg bestaan beide uit twee ketels. Die worden elk als een aparte biomassacentrale gezien. Zo blijven ze onder de 5 MegaWatt. Zou je het vermogen van beide ketels bij elkaar optellen, dan is er sprake van een grote centrale en gelden er dus strengere normen.
Milieuactivist Johan Vollenbroek stelt dat je de twee ketels als een grote centrale moet zien, de gemeente Ede ziet ze als twee kleine. De gemeente stelt ook dat er geen fijnstof wordt gemeten, wel totaalstof. Dat wil zeggen alle deeltjes, ongeacht de grootte. Er zou uit de cijfers niet te destilleren zijn welk deel daarvan fijnstof is. Volgens Vollenbroek bestaat totaalstof bijna volledig uit fijnstof. Hij concludeert daarom dat de biomassacentrales in Ede te veel fijnstof uitstoten.
Milieuorganisaties en personen uit vijf Europese landen en de Verenigde Staten dienden vorige week een rechtszaak in bij het Europese Gerechtshof, tegen de Europese Unie. Hout verbranden voor energie — een praktijk die bekend staat als biomassa — ondermijnt volgens de eisers de inspanningen om de klimaatopwarming te bestrijden en is even schadelijk voor het klimaat als het verbranden van fossiele brandstoffen. Ze zijn naar de rechter gestapt in een reactie op de EU-richtlijn voor hernieuwbare energie voor 2021-2030 (RED II) die begin dit jaar werd aangenomen.
Daarin wordt biomassa gepromoot als koolstofneutrale energiebron. Bovendien wordt de houtkap voor biomassa veel te weinig gereguleerd volgens de eisers. ‘Het beleid van de EU is gebaseerd op de foute en roekeloze veronderstelling dat boshout verbranden koolstofneutraal is’, zegt dr. Mary S. Booth, directeur van het in de VS gevestigde Partnerschap voor Beleidsintegriteit (PFPI). Zij doet onderzoek naar broeikasgassen en het effect van biomassa op het bosbestand, en is de voornaamste wetenschappelijk adviseur van de eisers. ‘Deskundigen van over de hele wereld, inclusief de eigen wetenschapsadviseurs van de EU, waarschuwen al jaren dat biomassa de uitstoot van fossiele brandstoffen verhoogt.’
Uitstootsubsidies
In Europa is houtverbranding de voornaamste bron van hernieuwbare energie. De “populariteit” nam toe in 2009 toen de EU toen de zich ertoe verbond om tot 20 procent hernieuwbare energie te produceren tegen 2020. Het was dan dat biomassa op de lijst van hernieuwbare energiebronnen werd gezet. Verschillende landen — waaronder België, Nederland en het Verenigd koninkrijk — subsidieerden de biomassa-industrie omdat er minder investeringen nodig zijn om een oude steenkoolcentrale om te vormen tot een biomassacentrale dan nieuwe windmolens of zonneparken te bouwen.
‘Het was voor de lidstaten een makkelijke manier om de energiedoelstellingen te halen. Alleen was dat gebaseerd op de foute veronderstelling dat biomassa koolstofneutraal is’
Er ontstond een markt voor hout dat niet goed genoeg is voor de houtindustrie. Omdat biomassa door de lage investeringen en de subsidie zo winstgevend was, werden steeds meer volledige bomen geveld om in pellets te persen en in centrales te verbranden voor energie.
‘Het was voor de lidstaten een makkelijke manier om de energiedoelstellingen te halen’, vertelt Bas Eickhout. De Nederlandse Europarlementariër (Groenlinks) werkt vooral op dossiers rond bio-energie. ‘Alleen was dat gebaseerd op de foute veronderstelling dat biomassa koolstofneutraal is.’
Kelsey Perlman is beleidsmedewerker bij Fern, een ngo die optreedt als waakhond voor duurzaam bosbeheer in de EU. Zij illustreert het gevaar van houtkap aan met een grafiek van het klimaatpanel van de Verenigde Naties. De rode balk toont de uitstoot van broeikasgassen aan in de EU. De groene balk, slechts luttele procentpunten van de rode, is het totale vermogen van Europese flora om die uitstoot op te nemen.
‘Grondgebruik is cruciaal om broeikassgassen op te nemen. Het bosbestand in Europa is beperkt en precair. Bomen verbranden om aan onze energievraag te voldoen, doet de rode balk groeien en maakt de groene kleiner, complete waanzin!’ Volgens Perlman heeft de verspreiding van biomassa te maken heeft met een gebrek aan besef van de schaal van de klimaatproblematiek.
Zo komt het leeuwendeel — 42 procent volgens Eurostat — van de Europese hernieuwbare energieproductie vandaag van biomassa afkomstig is. De Europese commissie blijft sterk rekenen op op bio-energie uit hout om de klimaatdoelstellingen 2030 te halen. Alleen zeggen wetenschappers dat biomassa van niet-duurzaam boshout — bijvoorbeeld volledige bomen in plaats van enkel resthout — helemaal niet duurzaam is, laat staan koolstofneutraal. Volgens onderzoek van Fern is de laatste vijf jaar niet alleen de hoeveelheid hout die gestookt werd voor energie gestegen, maar ook het aandeel dat rechtstreeks uit het bos komt, is groter geworden (+ 24 procent) dan voor restanten van houtproducten en houtafval (+ 10 procent).
Boekhoudkundig achterpoortje
‘Houtverbranding zorgt ontegensprekelijk voor uitstoot. Mijn onderzoek toont aan dat een biomassacentrale per eenheid energie gemiddeld meer broeikasgassen uitstoot dan centrales op basis van fossiele brandstoffen, zoals steenkool en aardgas’, legt Mary Booth uit. In de EU-richtlijn staat de biomassa-industrie echter geboekstaafd als een sector die geen broeikasgassen uitstoot.
De redenering hierachter is dat gerooide bosdelen terug groeien en dat die de koolstof van de verbrande bomen opnieuw opnemen. De rekenfout hier is simpel: het duurt decennia of zelfs eeuwen eer een bos dat gekapt werd terug dezelfde capaciteit voor koolstofopname heeft als voorheen.
‘Een biomassacentrale stoot gemiddeld meer broeikasgassen uit per eenheid energie dan centrales op basis van fossiele brandstoffen’
Dit boekhoudkundig achterpoortje zorgt er voor dat Europese lidstaten een praktijk inschakelen die voor meer uitstoot zorgt dan fossiele brandstoffen om de klimaatopwarming tegen te gaan.
‘In de klimaatwetenschap is tijd een belangrijke factor. Wat de EU nu doet, is een vervuilende industrie het label van zero-emissie geven omdat de uitstoot tegen 2050 misschien weer wordt opgenomen’, beweert Kelsey Perlman. ‘We weten intussen dat de planeet zichzelf begint op te warmen als we er niet in slagen om de globale uitstoot te halveren. Tijd is een luxe die we niet meer hebben.’
Er is bovendien geen enkele Europese wetgeving die lidstaten verplicht om bomen die gestookt worden in energiecentrales te vervangen. Daar zijn zowel Booth, Perlman als Eickhout duidelijk over: in de RED II staat geen enkele bindende regel daaromtrent.
Nochtans laat de woordvoerder klimaatbeleid van de Europese Unie aan de redactie weten dat de Europese richtlijn de industrie maatregelen oplegt op vlak van bosregeneratie. Na een analyse van het document blijkt dat niet volledig te kloppen. Er zijn passages waarin staat dat houtkap voor biomassa duurzaam moet zijn. Maar dat is vaag en een niet bindende richtlijn.
‘Je mag RED II er volledig op naslaan, je zal geen enkele gegronde rechtvaardiging vinden om biomassa als koolstofneutraal te beschouwen. Het enige argument daarvoor is dat bomen teruggroeien. Vanzelf blijkbaar…’, zegt de Amerikaanse dokter in de ecologie Booth daarover.
Het falende compromis
Milieuorganisaties lobbyen al sinds 2008 bij beleidsmakers om de steun voor biomassa van niet-duurzame boskap op te geven. Vorig jaar werd ook een open brief gepubliceerd waarin 800 wetenschappers, waaronder voormalig vicevoorzitter van het internationale klimaatpanel IPCC, Jean-Pascal Van Ypersele, aan de alarmbel trokken: ‘De oplossing voor het vervangen van steenkool is niet om een stap terug te zetten en opnieuw bossen te verbranden, maar om fossiele brandstoffen te vervangen door koolstofarme bronnen, zoals zon en wind’, stond daarin te lezen.
Hoe komt een destructieve praktijk voor milieu en klimaat terecht in een beleidsdocument voor duurzame energie?
De inspanningen van academici en milieuverenigingen mochten niet baten. Hoe komt een destructieve praktijk voor milieu en klimaat terecht in een beleidsdocument voor duurzame energie?
Nochtans was er ook in het Europees Parlement weerstand tegen de belangrijke rol van biomassa in RED II. ‘Er was jammer genoeg geen meerderheid voor het sterk terugdringen van het stoken van volledige bomen in energiecentrales.’ Vertelt Europarlementslid Bas Eickhout. Volgens hem waren het bewogen onderhandelingen:
‘Bosrijke landen zoals Zweden en Finland zijn doodsbang dat de EU aan bosbeleid gaat doen, wat een bevoegdheid is van de lidstaten. Ze vrezen dat het verbieden van houtkap voor biomassa de deur gaat openzetten voor meer Europese inmenging in het bosbeleid.
En de verdeling in het Europees parlement is nu eenmaal van die aard dat als je milieubeleid wil aanscherpen, Scandinavische landen de facto over een veto beschikken. ‘De Zuiderse lidstaten zijn sowieso moeilijk te overtuigen op dat vlak. Dus moet je alle Scandinavische landen mee aan boord krijgen om een meerderheid te vormen.’
Achter het njet van Zweden en Finland zit volgens Eickhout ook een zeer sterke lobby van de bosbouwindustrie. ‘Zij waren heel vocaal in hun weerstand tegen criteria voor biomassa’, gaat het Groenlinkse europarlementslid verder. Zijn fractie in het EP wou bekomen dat in RED II enkel nog biomassa van reststromen toegelaten werd: bijvoorbeeld houtresten van de meubelindustrie of snoeiafval. Daarvoor rijkte de lange arm van de bosbouwindustrie echter te ver.
De Nederlandse Europarlementariër Bas Eickhout juicht de rechtszaak toe: ‘Tegelijk is het wrang dat dit juridisch middel nodig is omdat de politiek gefaald heeft’
Wel was er een meerderheid voor een verbod op de bijstook in oude, inefficiënte kolencentrales die landen nu nog dankzij biomassa kunnen “vergroenen” en dus langer open kunnen houden. Biomassa mag alleen nog maar in nieuwe, moderne centrales. ‘Dat maakt biomassa minder aantrekkelijk, omdat er vooraf eerst toch een flinke investering moet worden gedaan’, zegt Eickhout. ‘Het is niet ideaal, maar de lobby was sterk. Dat is nu eenmaal hoe Europa werkt. Het blok heeft wel mooie waarden en hogere doelen, zeker op vlak van klimaatbeleid. Het politiek compromis zorgt er echter voor dat die doelen slechts een ideaal blijven.’
De Nederlander juicht de rechtszaak toe: ‘Tegelijk is het wrang dat dit juridisch middel nodig is omdat de politiek gefaald heeft.’
‘Wij, de eisers, willen aantonen dat het beleid van de EU er niet in slaagt om de principes van het Verdrag van de Werking van de EU (stichtend verdrag, nu onderdeel van het Verdrag van Lissabon, red.) na te leven. Daarin staat duidelijk dat milieubeleid moet gebaseerd zijn op wetenschap, klimaatverandering moet bestrijden, en het principe moet hanteren dat de vervuiler betaalt.’ Dat is het voornaamste juridisch argument volgens de website van de eisers.
Mary Booth vertelt dat de eisers de rechtszaak als enige mogelijke volgende stap zagen om de EU ervan te overtuigen om niet-duurzame biomassa te schrappen in RED II.
Energiebedrijf Nuon/Vattenfall is bezig met de bouw van een biomassa-warmtecentrale in Diemen . Deze warmtecentrale zal afhankelijk worden van houtpellets (geperste korrels) van gekapte bossen uit het buitenland. De ondertekenaars van een open brief aan de Provincie NH, (diverse milieuorganisaties, belangengroepen en professoren) hekelen het plan omdat biomassa uit buitenlandse houtkap een zeer milieu-onvriendelijke vorm van warmte is. Zij roepen de Provincie Noord-Holland op geen vergunning te verlenen voor dit plan. Het importeren en opstoken van biomassa heeft een hoge c02 uitstoot tot gevolg en draagt bovendien bij aan meer ontbossing en verlies van biodiversiteit in het buitenland.
Door de bouw van deze biomassawarmte-centrale denkt energiebedrijf Nuon grote delen van het jaar geen aardgas meer nodig te hebben voor de stadsverwarming die ze leveren aan Amsterdam en Almere. In een eerdere publicatie in het Parool laat NUON weten dat er onvoldoende Nederlands snoeiafval is om de centrale te voorzien van brandstof uit lokale bronnen. De centrale wordt dus afhankelijk van houtpellets (geperste houtkorrels) uit het buitenland. Naar verwachting zullen deze houtpellets afkomstig zijn uit Canada, Amerika en de Baltische staten.
Amerikaanse milieuorganisaties maken zich al langere tijd zorgen over het behouden van hun kwetsbare ecosystemen, (zoals wetlands en laaglandbossen) als de import uit Europa blijft groeien. Bovendien stoten houtpellets bij verbranding evenveel c02 uit als kolen. En voordat deze c02 is opgenomen door nieuw gegroeide bomen zijn we decennia verder. Wereldwijd is er een zeer schaarse voorraad biomassa beschikbaar om te verstoken voor warmte en elektriciteit. Dus zelfs als het gaat om duurzaam beheerde bossen (met FSC keurmerk) is deze vorm van brandstof een doodlopende weg.
Investeer in schone alternatieven en een duurzame economie Nuon geeft in een persbericht aan opzoek te zijn naar een aannemer voor de bouw van de centrale. Opmerkelijk, omdat de gemeentelijke warmte-plannen nog niet eens zijn geschreven. Ook in het voorlopige klimaatakkoord staan nog geen heldere afspraken over geïmporteerde biomassa uit het buitenland.
Met de haastige bouw van deze centrale (als tussenoplossing) lijkt NUON te suggereren dat andere – meer duurzame – aardgas-alternatieven en energiebesparing de komende tijd niet toereikend zullen zijn. Nuon positioneert zichzelf op de voorgrond van de Noord-Hollandse warmte-discussie en walst hiermee over andere initiatieven en zienswijzen heen. En dat zonder eerst de gemeentelijke warmte-plannen af te wachten of rekening te houden met uitkomsten van onderhandelingen aan de tafels voor het klimaatakkoord. Uiteraard staan wij achter de doelstelling om zo snel mogelijk over te stappen op alternatieven voor Gronings aardgas, het is echter veel milieuvriendelijker om in te zetten op technieken zoals warmtepompen, WKO, geothermie, groene waterstof en het toepassen van betere woningisolatie. Energiebesparing eerst Het is nooit onderzocht of deze warmtecentrale niet achterwege kan blijven als er een structurele oplossing komt voor de vele slecht geïsoleerde woningen die straks zullen worden aangesloten op het warmtenet van Nuon. Het is absurd en moreel verwerpelijk om buitenlandse bossen te verstoken voor stadswarmte zolang er voor de beoogde woningen nog steeds geen serieuze plannen liggen voor isolatie en energiebesparing. Het aanpakken van ongezonde, tochtige woningen en energiearmoede heeft meer urgentie dan het commerciële belang van (warmtemonopolist) Nuon om zoveel mogelijk warmte te verkopen.
Vorige maand heeft Nuon de omgevingsvergunning aangevraagd bij het omgevingsloket Noordzeekanaalgebied van de Provincie Noord-Holland. Wij roepen de Provincie op om geen vergunning te verlenen voor de bouw van een biomassa-centrale die afhankelijk is van houtkap uit het buitenland. Deze biomassa-industrie heeft een verwoestend effect op het milieu, het klimaat en de wereldwijde bossen op de langere termijn. Het importeren en verbranden van houtpellets past volgens de ondertekenaars van deze oproep niet thuis in het rijtje duurzame en sociale alternatieven voor Gronings aardgas. Nederland is een land van innovatie dat veel betere oplossingen kan bedenken voor de warmtevoorziening dan het verbranden van bossen.
Ondertekend door,
em. prof. dr. Martijn B. Katan – Vrije Universiteit prof. dr. Louise E.M. Vet – Director Netherlands Institute of Ecology em. prof. dr. Rudy Rabbinge – Wageningen Universiteit en Research Maarten Visschers – Gelderse Natuur en Milieufederatie
Rita Frost – Dogwood Alliance (Verenigde Staten) Mary S. Booth – Partnership for Policy Integrity (Verenigde Staten) Linde Zuidema – Forest and European Union Resource Network Andreas Peterson – Forests of the World (Denemarken) Katja Garson – Fern (Europa) Melissa Brice – 350.org (Verenigde Staten) Debbie Hammel – Natural Resources Defense Council
Bas Eickhout – Member of the European Parliament for GroenLinks and Greens/EFA. Partij voor de Dieren Amsterdam – Johnas van Lammeren, Anke Bakker, Jennifer Bloemberg-Issa
Mischa Meerburg – Amsterdam Fossielvrij Evert Hassink – Milieudefensie (Nederland) Peer de Rijk, directeur – World Information Service on Energy, WISE Evert Kuiken – Duurzaam Dorp Diemen Gijs Manintveld – Vereniging Betaalbare Warmte voor de Sniep (Diemen)
— Steunt u deze oproep? Neem dan contact op met mischa[at]amsterdamfossielvrij.nl om op de lijst met ondertekenaars de komen.